Fictie blok 5

Deze les:
1. Theorie fictie blok 5
3. Vragen?

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Deze les:
1. Theorie fictie blok 5
3. Vragen?

Slide 1 - Slide

Fictie blok 5
- Personen beschrijven
- Vertelperspectief

Slide 2 - Slide

Personen beschrijven
- Hoofdpersoon
- Bijfiguur (= helper of tegenstander)


Slide 3 - Slide

Personen beschrijven
- Hoofdpersoon
- Bijfiguur (= helper of tegenstander)

Beschrijven van een persoon:
- Uiterlijk    (haar, kleding)
- Karaktereigenschappen    (wat iemand doet, zegt of denkt)
- Kenmerken     (leeftijd, arm/rijk, gezondheid)

Slide 4 - Slide

Opdracht: Doornroosje

Slide 5 - Slide

Opdracht: Doornroosje
"Intussen werden alle gaven van de goede feeën aan het meisje waarheid: ze was zo mooi, zo bescheiden, vriendelijk en verstandig dat ieder die haar zag wel van haar moest houden. Nu gebeurde het dat juist op de dag dat zij vijftien werd, de koning en de koningin niet thuis waren; ze bleef helemaal alleen in het paleis achter. Om iets te doen, liep zij het hele paleis door, bekeek alle zalen en alle kamers, net zoals het haar inviel."

Slide 6 - Slide


Je leert de hoofdpersoon kennen, want je leest over:
A
uiterlijk
B
karaktereigenschappen
C
kenmerken
D
alle drie

Slide 7 - Quiz

Vertelperspectief
Als je een verhaal leest, bekijk je alles vanuit een bepaalde persoon = vertelperspectief.

- Ik-perspectief = alles door een persoon in de ik-vorm
- Hij/zij-perspectief = alles door een persoon in de hij/zij-vorm

Slide 8 - Slide

Ik-perspectief
"Het is een lange dag geweest met veel storm in mijn hoofd. Ik moest steeds aan Bram denken, maar wat er precies in het zomerhuis is gebeurd blijft nog steeds donker. Het is nu ongeveer negen uur. Dat hoef ik niet te vragen. Ik kan het opmaken uit de geluiden om me heen."

Slide 9 - Slide

Hij/zij-perspectief
"In de middag van de tweede dag leek het schip plotseling door een reuzenhand te worden opgetild. Laurens verloor zijn evenwicht en smakte tegen de dekplanken. Onder zich hoorde hij de mannen schreeuwen. Hij krabbelde overeind en greep zich vast aan de verschansing."

Slide 10 - Slide

In welk vertelperspectief staat jouw boek (gelezen voor de fictieopdr.)?
A
Ik-perspectief
B
Hij/zij-perspectief

Slide 11 - Quiz

Weektaak vorige weken
Bijspijkeren spelling!

Slide 12 - Slide

Weektaak: Fictie blok 5
5.1 Lekker lezen:
- Lees het verhaal + maken: 1.1, 1.2, 1.3, 1.5b, 1.7, 1.9 en 1.10
5.2 Over lezen:
- Lees de theorie 'Personen beschrijven'
- Maken: 2.1, 2.2, 2.5 en 2.6 
- Maak 3.1 en lees de theorie 'Vertelperspectief'
- Maken: 3.2 en 3.3

Slide 13 - Slide

Volgende week:
- Plot26
- Ga naar It'sLearning en ga naar Nederlands.
- Klik op Bronnen. Je ziet onderaan (onder de mapjes) staan: 'Modules Plot26 2019-2020'. 
- Klik op die link en kies in Plot26 de klas '1HA1'.

Slide 14 - Slide

Vragen?

Slide 15 - Slide