multiculturele zorg deel 2

mondholte
neusholte
keelholte
strottenhoofd
trachea
bronchiën
bronchiolen
alveolen
1 / 17
next
Slide 1: Drag question
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

mondholte
neusholte
keelholte
strottenhoofd
trachea
bronchiën
bronchiolen
alveolen

Slide 1 - Drag question

Welk medicijn wordt voorgeschreven bij parkinson?
A
Madopar
B
Levodopa
C
Amantadine
D
Alle bovenstaande

Slide 2 - Quiz

Een aandachtspunt bij COPD is?
A
Gezonde voeding & weinig roken
B
Intensief bewegen
C
Plat in bed liggen met zware dekens
D
Goede ventilatie & hoofdsteun van het bed omhoog

Slide 3 - Quiz

Diabetes is te genezen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

COPD kan veroozaakt worden door?
A
bijvoorbeeld roken, astma of ongezond eten
B
bijvoorbeeld roken, astma of erfelijke ziekte
C
bijvoorbeeld, ongezond eten, weinig sporten en roken
D
bijvoorbeeld roken, ongezond eten en veel drinken

Slide 5 - Quiz

Juist of onjuist:
Het verschil tussen astma en COPD is dat de luchtwegvernauwing bij astma continue aanwezig is en bij COPD niet
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Welk onderzoek doet de longarts om diagnose COPD te stellen?
A
Longfunctietest
B
CT-scan
C
Inspanningstest
D
Alle genoemde testen

Slide 7 - Quiz

Mag je sporten met diabetes
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Boven welke waarde is er geen sprake meer van een gezonde bloedsuikerwaarde (volgens het diabetesfonds)?
A
Nuchter: 3,5 mmol/l, niet nuchter: 6,1 mmol/l.
B
Nuchter: 6,1 mmol/l, niet nuchter: 7,8 mmol/l.

Slide 9 - Quiz

COPD is:
A
Dicht geslipte Bronchien
B
Ontsteking van de trilhaartjes
C
Kapotte longblaasjes
D
Geen van allen is juist

Slide 10 - Quiz

Waarom bemoeilijkt diabetes de wondgenezing?
A
Diabetes verandert de eiwitstructuren en bloedcirculatie
B
Diabetes veranderd de pijnsensatie en opbouw van de huid
C
Hoge waarde stagneert de wondgenezing
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 11 - Quiz

Wat is diabetes? Bij diabetes mellitus is er sprak van ..........
A
te weinig of geen insulineproductie, waardoor de bloedglucosewaarde structureel te hoog blijft.
B
een te hoge glucoseproductie, waardoor de bloedglucosewaarde structureel te hoog blijft
C
een te hoge insulineproductie, waardoor de bloedglucosewaarde structureel te hoog blijft.
D
te weinig of geen glucoseproductie, waardoor de bloedglucosewaarde structureel te hoog blijft.

Slide 12 - Quiz

Parkinson is een:
A
Ziekte van de bloedvaten
B
Ziekte van het hart
C
Ziekte van de hersenen
D
Ziekte van het zenuwstelsel

Slide 13 - Quiz

Welke symptomen treden doorgaans op bij diabetes?
A
Dorst, veel plassen, slechte wondgenezing en tremoren
B
Tremoren, veel plassen, slechte wondgenezing en oogklachten.
C
Dorst, veel plassen, slechte wondgenezing en oogklachten.
D
Alle bovenstaande antwoorden zijn juist.

Slide 14 - Quiz

Welk antwoord is fout?
Een cliënt met de ziekte van Parkinson
A
heeft een tekort aan dopamine
B
heeft vaak last van een tremor
C
heeft soms een maskergelaat
D
heeft teveel dopamine

Slide 15 - Quiz

De ziekte van parkinson
A
Herken je aan tremoren
B
Herken je aan tumoren
C
Herken je radiatoren
D
Herken je aan mank lopen

Slide 16 - Quiz

Met welke vorm van dementie heeft de Ziekte van Parkinson veel overeenkomsten?
A
De ziekte van Alzheimer
B
Vasculaire dementie
C
Lewy Body dementie
D
Frontotemporale dementie

Slide 17 - Quiz