1Gb 42 Plurals + demonstrative pronouns

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Meervoud in het Engels

Hoe maak je de meervoudsvorm?

Stam+s

Books, bags, roads, gitars

Hoe maak je de meervoudsvorm?

stam die eindigt op ‑s, -ss, -sh, -ch, -x, or -z?

stam+es

fox > foxes

bus > buses

Lunch > lunches

Maak er meervoud van: Cat

1. catten
2. cats
3. cat's
4. cates

Maak er meervoud van: House

1. Houss
2. hous's
3. houses
4. housses

Maak er meervoud van: Dress

1. Dress
2. Dresss
3. Dress's
4. Dresses

Maak er meervoud van: box

1. Boxes
2. Boxs
3. Box's
4. box

Maak er meervoud van: wish

1. whishes
2. wishes
3. wishs
4. wish's

Hoe maak je de meervoudsvorm?

Woorden die eindigen op een medeklinker +y krijgen -ies

Hobby -> Hobbies en Baby ->Babies

Woorden die eindigen op f of fe krijgen -ves

Life -> Lives en Scarf -> Scarves

Hoe maak je de meervoudsvorm?

Woorden die eindigen op een -o krijgen meestal  -s maar soms ook -es.

 video -> videos of tomato -> tomatoes

Onregelmatig in het meervoud

Child - children

person - people

man - men

woman - women

tooth - teeth

Sommige woorden zijn altijd in het meervoud

Glasses

jeans

pyjamas

this, that, these, those

Wanneer gebruik je: This?

1. 1 ding dichtbij
2. 1 ding ver weg
3. Meerdere dingen dichtbij
4. meerdere dingen ver weg

Wanneer gebruik je: That?

1. 1 ding dichtbij
2. 1 ding ver weg
3. meerdere dingen dichtbij
4. meerdere dingen ver weg

Wanneer gebruik je: These?

1. 1 ding dichtbij
2. 1 ding ver weg
3. meerdere dingen dichtbij
4. meerdere dingen ver weg

Wanneer gebruik je: Those?

1. 1 ding dichtbij
2. 1 ding ver weg
3. meerdere dingen dichtbij
4. meerdere dingen ver weg

enkelvoud                                      enkelvoud

meervoud                                     meervoud