HA3: pleonasme, tautologie, contaminatie

Woordenschat
contaminatie, pleonasme, tautologie
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Woordenschat
contaminatie, pleonasme, tautologie

Slide 1 - Slide

Doel


Ik weet wat contaminatie, pleonasme en tautologie is


Ik kan bovenstaande stijlfiguren herkennen in een zin

Slide 2 - Slide

Contaminatie

Als je twee woorden of uitdrukkingen ten onrechte vermengt, spreek je van een contaminatie.


Bijvoorbeeld:

Deze computer kost duur (kost veel of is duur).

Aan het eind van de partij legde hij het laatste loodje (het loodje leggen of de laatste loodjes wegen het zwaarst).

Slide 3 - Slide

Pleonasme

Met een pleonasme zeg je twee keer hetzelfde met verschillende woorden.

Deze woorden behoren niet tot dezelfde woordsoort.

Een pleonasme gebruik je om een eigenschap van iets te benadrukken (grijs beton, witte schimmel, groen gras etc.).

Bijvoorbeeld:

Vorige week heeft hij zijn werk weer hervat (weer weglaten).

De regenbuien kunnen nog ongeveer drie tot vier dagen aanhouden(…ongeveer drie dagen of drie tot vier dagen…).

Slide 4 - Slide

Tautologie

Met een tautologie zeg je twee keer hetzelfde met verschillende woorden. Deze woorden behoren tot dezelfde woordsoort.


Bijvoorbeeld:

Door de regen kon je de overkant haast bijna niet meer zien.

Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.

Slide 5 - Slide

Even checken
Geef van de volgende zinnen aan of je een vorm van contaminatie, tautologie of pleonasme herkent

Slide 6 - Slide

Vorige week heeft hij zijn werk weer hervat
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 7 - Quiz

Misschien dat ze er wellicht nog achter komen.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 8 - Quiz

Ik zal dat nachecken
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 9 - Quiz

even checken
Op de volgende pagina's kun je via online opdrachten checken of je het verschil tussen de verschillende stijlfiguren kent/herkent

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Link