Abrahamitische religies

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Programma

Introductie in de Abrahamitische religies

Begin van het verhaal van Abraham

Aan het einde van de les weet je wat de Abrahamitische religies zijn en waarom ze zo genoemd worden. 

Abrahamitische religies

Je kent het onderscheid tussen Monotheïstisch, Polytheïstisch, Atheïstisch en Agnost.

Maar wat zijn nu de Abrahamitische religies? 

Abrahamitische religies

Abrahamitische religies zijn Jodendom, Christendom en Islam

Waarom worden ze Abrahamitisch genoemd? 

Welke stad zie je op de achtergrond? 

Wat weet je over Abraham?

Huiswerk

Lezen paragraaf 3.1. via de volgende link:

https://sites.google.com/tabor.nl/wfmonothestische-religies/theorie-voor-iedereen/3-ontstaansgeschiedenis/3-1-abraham

Wat weet je van het Jodendom?

Joden in Nederland

- Tot de 16de eeuw maar enkelen.

- Vanaf de 16de eeuw komen grote groepen vanuit Spanje en Portugal en later vanuit Oost-Europa naar NL.

- In mei 1940 leven er 140.000 joden in NL, hiervan zijn er meer dan 100.000 vermoord door de Nazi's.

- Nu leven er tussen de 40 en 45 duizend joden. 

- De Joodse levensbeschouwing heeft een grote invloed gehad op de Nederlandse cultuur. 

Opdracht Google Classroom

Opdracht over een artikel wat verschenen is in het NRC

Let op: het gaat in om de titel, je hoeft niet het hele artikel te lezen. 

Wie zijn inspirerende personen voor het Jodendom?

Programma

Bespreken opdracht.

Kort filmpje over het Jodendom

Geloofspunten van het Jodendom

Opdracht over het verbond en de wet!

Mensen die geloven in één God noem je?

1. Polytheïsten
2. Atheïsten
3. Monotheïsten
4. Pantheïsten

Wie was Abraham?

Wie of wat is een messias?

Opdracht stamboom

1. Maak een tekening/schema/Popplet/poster van de profetische stamboom. In deze stamboom verwerk je de volgende namen/profeten: Adam, Abraham, Salomo, Johannes, Ismaël, Jozef en de elf broers, Mozes, David, Noach, Zakharia, Jezus, Isaak, Jacob (Israël)

2. Geef in de stamboom duidelijk aan wanneer het gaat om een directe afstammeling (opa, vader, zoon) of indirecte afstammeling (bijv. neef of (verre) familielid). Maak een legenda waarop dit wordt uitgelegd.

3. Geef verder aan bij welke persoon het Jodendom begint en bij welke persoon het christendom begint.

Opdracht

Lees paragraaf 2

Het tweede geloofspunt van de joden gaat over het verbond en de naleving van de wet. Schrijf minimaal een half en maximaal een A4'tje wat dit verbond en deze wet inhouden. Noem bij de wet minimaal vier voorbeelden. 

Zie voor uitgebreide opdracht beschrijving en voor het inleveren google classroom.  

Jodendom

Maak een tijdlijn van de geschiedenis van het Joodsevolk naar aanleiding van paragraaf 3 uit je boek

Hierin verwerk je: Abraham, Izaak, Jakob, Jozef, Mozes, David en Jezus en de volgende gebeurtenissen:

de Exodus, de holocaust, de ballingschap, pogroms, de vernietiging van de tempel, joods-palestijns conflict, diaspora

Geef aan het einde kort weer wat er met de termen Exodus, Holocaust, Pogroms en Diaspora wordt bedoeld.