Nieuwsbegrip week 14

Strategie 

Verbanden


1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Strategie 

Verbanden


Slide 1 - Slide

Wat betekent het woord:
dramatisch

Slide 2 - Open question

Wat betekent het woord:
de omstandigheid
A
iets dat een handeling, voorval, toestand vergezelt
B
omstanders
C
standbeeld
D
kijkers

Slide 3 - Quiz

intussen
bruikbaar
gebied waar je kunt leven.
belemmering
geheel van gebouwen
het leefgebied
inmiddels
de bebouwing
geschikt
de hindernis

Slide 4 - Drag question

Wat betekent het woord:
bijdragen
A
geld
B
helpen
C
iets dragen
D
wat iets kost

Slide 5 - Quiz

Wat betekent het woord:
gunstig
A
iets gunnen
B
iets geven
C
iets uitgummen
D
voorspoedig

Slide 6 - Quiz

Wat betekent het woord:
op iets afkomen
A
iets ondernemen
B
weggaan van iets
C
na een aanleiding ergens naar toegaan
D
iemand ontmoeten

Slide 7 - Quiz

gereed staan of zijn om iets te doen
iets krijgen/verdienen doordat je ies hebt gedaan.
dat wat je ziet
zeldzaam
van een stad
de waarneming
op het punt staan 
stedelijk
iets te danken hebben aan
schaars

Slide 8 - Drag question

Wat betekent het woord:
eentonig
A
op een toon
B
inktpatronen
C
zonder afwisseling
D
zeuren

Slide 9 - Quiz

Wat betekent het woord:
gunstig
A

Slide 10 - Quiz

Waar gaat de tekst over?

Slide 11 - Open question

Wat zie je?

Slide 12 - Slide

Wat zie je?

Slide 13 - Slide

Wat zie je?

Slide 14 - Slide

Vlinders in Nederland

Slide 15 - Mind map

Niveau A:
Maken opdracht 
1, 2 en 3.





Opdracht 2:
weetjes zijn dingen die zeker zijn!!

Slide 16 - Slide

Niveau B:
Maken opdracht 
1 met hulp, 2 en 3.





Slide 17 - Slide

Niveau B:
Maken opdracht 
1 met hulp, 2 en 3.





Slide 18 - Slide