2.2 - Het verteringsstelsel (HV2)

Thema 2 - Voeding en vertering
1 / 43
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 2 - Voeding en vertering

Slide 1 - Slide

Thema 2
2.1 - Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.2 - Het verteringsstelsel
2.3 - De organen voor vertering
2.4 - Gezonde voeding
2.5 - Voedselbederf
2.6 - Voeding en vertering bij zoogdieren

Slide 2 - Slide

2.1 - Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Herhaling

Slide 3 - Slide

Wat is een voedingsstof?
A
Alles wat je eet of drinkt
B
alle onverteerbare stoffen in plantaardig of dierlijk voedsel
C
Alle stoffen in voedingsmiddelen die het lichaam kan gebruiken

Slide 4 - Quiz

Welke 6 voedingsstoffen zijn er?
.....
.....
.....
.....
.....
.....

Slide 5 - Slide

Welke 6 voedingsstoffen zijn er?
Koolhydraten
Vetten
Eiwitten
Water
Mineralen
Vitaminen

Slide 6 - Slide

Welke 4 groepen voedingsstoffen zijn er?

....
....
....
....

Slide 7 - Slide

Welke 4 groepen voedingsstoffen zijn er?

Brandstoffen
Bouwstoffen
Beschermende stoffen
Reservestoffen

Slide 8 - Slide

Voedingsmiddel of voedingsstof
Appel
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 9 - Quiz

Wat is geen bouwstof?
A
Water
B
Mineralen
C
Eiwitten
D
Koolhydraten

Slide 10 - Quiz

Wat is geen bouwstof?
Bouwstoffen - Eiwitten, water, mineralen

Brandstoffen - Koolhydraten, vetten(, eiwitten)
Reservestoffen - Vetten
Beschermende stoffen - ???

Slide 11 - Slide

Beschermende stoffen zijn
A
mineralen en vitaminen
B
koolhydraten en eiwitten
C
mineralen en eiwitten
D
vitaminen en koolhydraten

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Opdracht 6
a: menu 1, bevat veel groente -> bron van mineralen en vitaminen (beschermende stoffen)
b: ............
c: ............

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Opdracht 6
a: menu 1, bevat veel groente -> bron van mineralen en vitaminen (beschermende stoffen)
b: menu 2, bevat veel in vet bereid vlees en ei -> bron van vet (brandstof)
c: ............

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Opdracht 6
a: menu 1, bevat veel groente -> bron van mineralen en vitaminen (beschermende stoffen)
b: menu 2, bevat veel in vet bereid vlees en ei -> bron van vet (brandstof)
c: menu 2, veel volkoren + groente -> bron van vezels (goed voor darmen)

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

a: t1 + t4
b:
c:
d:

Slide 20 - Slide

a: t1 + t4
b: t3+t6
c:
d:

Slide 21 - Slide

a: t1 + t4
b: t3+t6
c: t2+t5
d: 

Slide 22 - Slide

a: t1 + t4
b: t3+t6
c: t2+t5
d: salade met groente

Slide 23 - Slide

2.2 - Het verteringsstelsel

Slide 24 - Slide

Doelen van de paragraaf
Je kan de functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven
Je kunt delen van het gebit noemen met hun functie
Je kan uitleggen wat darmperistaltiek is, waar het voor dient en hoe het werkt

Slide 25 - Slide

Vertering
Kleiner maken van voedsel
Voedsel gaat via mond tot anus -> darmkanaal

Doel: voedingsmiddelen afbreken tot kleine stukjes -> door de darmwand in het bloed

Slide 26 - Slide

Kauwen
Hiermee verklein je je voedsel
Snijtanden -> (af)bijten 
Hoektanden -> vasthouden 
Kiezen -> kauwen

Mechanische vertering -> voedsel krijgt groter oppervlakte

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Verteringssappen
Gemaakt in verteringsstelsel -> allemaal eigen taak
Gemaakt door:
- Speekselklieren -> speeksel
- Maagsapklieren -> maagsap
- Lever -> gal
- Alvleesklier -> alvleessap
- Darmsapklier -> darmsap

Chemische vertering -> voedsel wordt verkleind door enzymen

Slide 29 - Slide

Enzymen

Slide 30 - Slide

Darmperistaltiek

Slide 31 - Slide

Vragen?

Slide 32 - Slide

Aan het werk
2.1: opdracht 2,6,7& 9
2.2: 3,5,6,7& 9

Slide 33 - Slide

Wat is vertering
A
Het eten en verwerken van voeding
B
Het vermalen en uitscheiden van voeding
C
Van mond tot kont de hele weg met verteringssappen
D
Het kleiner maken van voeding en deze stoffen door je bloed laten opnemen

Slide 34 - Quiz

Je tong is een onderdeel van je verteringsstelsel
A
Onjuist
B
Juist

Slide 35 - Quiz

Wat is de volgorde van het verteringsstelsel?

A
mond, maag, 12v- darm, dunne darm
B
mond, 12v- darm, dunne darm
C
mond, dunne darm, 12v- darm, maag

Slide 36 - Quiz

Wat is de taak van het verteringsstelsel
A
Aansturen van organen en spieren
B
Klein maken en opnemen van voedingsstoffen
C
opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide
D
vervoeren van bloed

Slide 37 - Quiz

Mechanische vertering is.......

A
vertering door kauwen
B
vertering door enzymen

Slide 38 - Quiz

Chemische vertering is ......

A
vertering door kauwen
B
vertering door enzymen

Slide 39 - Quiz

Wat is geen functie van de darmperistaltiek?
A
Voedselbrij kneden
B
Voedselbrij mengen
C
Voedselbrij voortduwen
D
Voedselbrij zuiveren

Slide 40 - Quiz

Wat is géén verteringssap?
A
Speeksel
B
Alvleeskliersap
C
Bloed
D
Darmsap

Slide 41 - Quiz

Wat is de functie van hoektanden?
A
Afbijten
B
Vasthouden
C
Malen
D
Vermengen

Slide 42 - Quiz

Aan het werk
Vragen goed? -> 5 t/m 9 maken
Vragen niet goed? -> 1 t/m 3, daarna 5 t/m 8 maken

Kijk de vragen na via antwoordbladen op SOM

Slide 43 - Slide