This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
insuline
glucagon
stimuleert cellen om meer glucose op te nemen
bloedsuikerspiegel stijgt
bloedsuikerspiegel daalt
hoge glucoseconcentratie
lage glucoseconcentratie
Slide 1 - Drag question
Thema 1 Regeling
B1
Regeling en homeostase
Slide 2 - Slide
Leerdoel
- Je kunt beschrijven hoe regelkringen een rol spelen bij het handhaven van de homeostase bij de mens.
- Je weet het verschil tussen positieve en negatieve terugkoppeling/feedback en kunt voorbeelden geven
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Nog een uitlegvideo waar het een en ander eenvoudiger wordt uitgelegd...
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
vragen
VRAGEN?
Slide 14 - Slide
Een regelkring is ...
A
Overleg in een kring waarbij er iets geregeld moet worden
B
een proces in het lichaam waarbij een bepaalde situatie gehandhaafd blijft
C
een dynamisch evenwicht
D
homeostase
Slide 15 - Quiz
Wat wordt bedoeld met het begrip 'homeostase'?
A
de balans in een organisme
B
een groep mensen met dezelfde interessen
C
de uitwisseling tussen het inwendig en het uitwendig milieu
D
de samenwerking tussen hormoonstelsel en zenuwstelsel
Slide 16 - Quiz
Welke twee belangrijke hormoonklieren bevinden zich in de hersenen?
A
hypofyse en schildklier
B
hypothalamus en schildklier
C
schildklier en eilandjes van Langerhans
D
hypofyse en hypothalamus
Slide 17 - Quiz
Een bijzonder hormoon is oxytocine. Het speelt een rol bij de bevalling en regelt de melkafgifte in de borsten. Het is ook betrokken bij het vrijen; door seksuele opwinding neemt de concentratie oxytocine toe. Op zijn beurt stimuleert dit hormoon weer de seksuele opwinding.
Hoe noemt men een dergelijke relatie tussen seksuele opwinding en de concentratie van oxytocine?
A
Antagonisme
B
Homeostase
C
Negatieve terugkoppeling
D
Positieve terugkoppeling
Slide 18 - Quiz
Je lichaam handhaaft bepaalde factoren zoals je lichaamstemperatuur rond een bepaalde waarde. Hoe wordt deze waarde genoemd?
Slide 19 - Open question
Zet de hormonen op de juiste plek.
FSH and LH
testosteron
groeihormoon
oxytocine
oestrogenen
thyroxine
antidiuretisch hormoon
TSH
Slide 20 - Drag question
Oxytocine zorgt voor samentrekken baarmoeder. Hierdoor wordt hoofd foetus tegen baarmoedermond gedrukt. Druk zorgt voor meer oxytocine. Terugkoppeling?
A
Negatieve terugkoppeling
B
Positieve terugkoppeling
C
Geen terugkoppeling
Slide 21 - Quiz
Je hebt je verslapen. Zonder ontbijt race je naar school. Welk hormoon neemt toe in je bloed?
A
insuline
B
glucagon
C
glycogeen
D
glucose
Slide 22 - Quiz
Door welke klier worden insuline en glucagon gemaakt?
A
speekselklier
B
schildklier
C
alvleesklier
D
bijnieren
Slide 23 - Quiz
Huiswerk
1. we gaan de nieuwe klas in op de methode. Verander je klassencode in: 376332