2.4 Bij welke groep hoor je?

Deze les;  
- SAMEN 2 OPGAVEN MAKEN
- UITLEG 2.4 
- ZELFSTANDIG WERKEN
1 / 12
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Deze les;  
- SAMEN 2 OPGAVEN MAKEN
- UITLEG 2.4 
- ZELFSTANDIG WERKEN

Slide 1 - Slide

Samen maken pagina
22 opgaven 1 en 2

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 2.4 
Aan het eind van de les kun je: 

uitleggen wat er wordt bedoeld met: identificatie 

2 zaken noemen die ervoor zorgen dat een groepsgevoel ontstaat 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Groepsgevoel:
Identificatie: 
je herkent bepaalde kenmerken van jezelf in een ander.

Groepsidentificatie:
je voelt je verbonden met een groep mensen omdat je dezelfde kenmerken of gewoonte hebt hebt.

Slide 5 - Slide

Plaats:
De plaats waar je woont of vandaan komt kan zorgen voor een groepsgevoel.

Denk aan die keer dat je Nederlanders tegenkomt in het (verre) buitenland.
Voel je je meteen verbonden?


Slide 6 - Slide

Geloof:
Je voelt je verbonden aan de mensen die hetzelfde geloven en naar dezelfde kerk, moskee, tempel of synagoge gaan.

Slide 7 - Slide

Belangen of problemen:
Als je hetzelfde wilt of het zelfde probleem hebt, dan schept dit een band.

Kun je een ander voorbeeld noemen?

Slide 8 - Slide

Smaak of interesse:
Wanneer je samen dezelfde interesse of hobby hebt schept dit een band.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Ik of wij!?
We worden steeds meer een individu en steeds minder deel van een groep. Dit proces noemen we individualisering. 

Als mensen het gevoel hebben bij elkaar te horen dan noem je dat sociale cohesie, er is dan een sterk wij-gevoel. In een individuele samenleving zijn mensen vrijer, maar is de eenzaamheid ook steeds groter.

Slide 11 - Slide

ZELFSTANDIG WERKEN 
 Maken van 2.4 in je werkboek:
opgaven 1 t/m 8 pagina 26



HOE: De afbeeldingen laten het je zien! 
TIJD:  tot 14:15


Slide 12 - Slide