Intermediaire fenotypen b8


Th4 Erfelijkheid 
basisstof 8
Intermediaire fenotypen

1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Th4 Erfelijkheid 
basisstof 8
Intermediaire fenotypen

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je omschrijven wat een intermediair fenotype is

Slide 2 - Slide

Wat ga je doen?
- Filmpje met uitleg bekijken
- Vragen beantwoorden

Slide 3 - Slide

In de volgende slide krijg je een filmpje te zien met uitleg.
Tip! 

Maak aantekeningen bij het bekijken van het filmpje.
Dat helpt je bij het beantwoorden van de vragen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Wat is een intermediair fenotype?

Slide 6 - Open question

Bij kippen wordt de kleur van de veren bepaald door een gen voor witte veren en een gen voor zwarte veren. Een kip die heterozygoot is voor deze eigenschap heeft fijn gespikkelde veren (dit heet een 'blauwe Andalusier). Welk fenotype is intermediair?

Slide 7 - Open question

Bij kippen wordt de kleur van de veren bepaald door een gen voor witte veren en een gen voor zwarte veren. Een kip die heterozygoot is voor deze eigenschap heeft fijn gespikkelde veren (dit heet een 'blauwe Andalusier). Wat is het genotype van een kip met witte veren?

Slide 8 - Open question

Bij kippen wordt de kleur van de veren bepaald door een gen voor witte veren en een gen voor zwarte veren. Een kip die heterozygoot is voor deze eigenschap heeft fijn gespikkelde veren (dit heet een 'blauwe Andalusier). Wat is het genotype van een kip met zwarte veren?

Slide 9 - Open question

Bij kippen wordt de kleur van de veren bepaald door een gen voor witte veren en een gen voor zwarte veren. Een kip die heterozygoot is voor deze eigenschap heeft fijn gespikkelde veren (dit heet een 'blauwe Andalusier). Wat is het genotype van een kip met gespikkelde veren?

Slide 10 - Open question

Bij leeuwenbekjes is een roze bloemkleur een intermediair fenotype. Twee leeuwenbekjes met roze bloemen planten zich onderling voort. Er worden 56 zaden gevormd. Maak hier een kruisingsschema van.

Slide 11 - Open question

Alle 56 zaden van de leeuwenbekjes ontkiemen. Hoeveel planten in de F1 zullen er naar verwachting roze bloemen dragen?

Slide 12 - Open question

Een bruine hamster wordt gekruist met een witte hamster. De dieren uit de F1 zijn allemaal lichtgeel. Er is sprake van een intermediair fenotype. In een tweede kruising wordt een lichtgele hamster gekruist met een witte hamster. Maak een kruisingsschema van de tweede kruising.

Slide 13 - Open question

Iemand met fenotype AwAr noemen we
A
heterozygoot recessief
B
intermediair
C
heterozygoot
D
heterozygoot dominant

Slide 14 - Quiz

Schrijf 2 dingen op die je deze les geleerd hebt

Slide 15 - Slide

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 16 - Open question

Einde van de les

Slide 17 - Slide