Les 4 - LVB, kenmerken en probleemgedrag

LVB
Definitie, kenmerken en probleemgedrag
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

LVB
Definitie, kenmerken en probleemgedrag

Slide 1 - Slide

Vorige keer
Begeleiden van probleemgedrag

Slide 2 - Slide

Vandaag
Wat hebben we tot nu toe geleerd?

Slide 3 - Slide

Kenmerken LVB
Lager IQ
Meerdere beperkingen in algeheel functioneren

Slide 4 - Slide

Functioneren op verstandelijk gebied

  • Kunnen onvoldoende abstract denken, problemen oplossen, leren van ervaringen, complexe ideen vorm geven 
  • Beperkt werkgeheugen aanwezig: informatie verwerken gaat langzamer, onthouden gaat moeilijker. 
  • Beperking in de executieve functies (plannen, organiseren, gevoelens beheersen, concentratie, reflecteren op gedrag)

Slide 5 - Slide

Taalontwikkeling
  • Vertraagde spraak- en taalontwikkeling. Beperkte woordenschat. 
  • Taalbegrip laag, taalgebruik hoog (overschatting)

Slide 6 - Slide

Functioneren op sociaal gebied
  • Moeite om emoties bij zichzelf en anderen te herkennen en zich in emoties van anderen te verplaatsen 
  • Moeite om een situatie in te schatten en gepast te reageren 
  • Moeite intenties anderen in te schatten (goedgelovig) 

Slide 7 - Slide

Motorisch gebied
  • Korte spanningsboog
  • Praktische vaardigheden 
  • 'Gewone' lichamelijke ontwikkeling

Slide 8 - Slide

Emotioneel gebied
  • Laag zelfbeeld
  • Overschat eigen kunnen
  • Goedgelovig
  • Onbegrepen voelen 
  • Schaamte 

Slide 9 - Slide

Termen MVG
  • Moeilijk verstaanbaar gedrag = vertaald uit het Duits
  • Eerste onderzoeken naar mvg waren in Duitsland
  • Verstehen = letterlijk: verstaan
  • Verstaan = auditief, maar het gaat veel verder dan alleen wat je hoort

Slide 10 - Slide

Meta communicatie
  • Verbaal: taal, taalgebruik, horen en klankgebruik
  • Non-verbaal: positie, humeur, veiligheid, herinnering, hoop, verdriet, pijn

Verstaan gaat dus verder, het gaat om begrijpen

Slide 11 - Slide

1. Aanpassing bejegening
Maak contact en bouw aan een vertrouwensrelatie
- Biedt wat te drinken aan
Wees eerlijk
- Kom afspraken na
Creëer een gevoel van gelijkwaardigheid
- Geef aan dat iedereen wel eens hulp nodig heeft
Probeer af te stemmen op de cliënt
- Zorg dat je basiskennis hebt van LVB
- Pas je aan naar de mogelijkheden van de cliënt

Slide 12 - Slide

2. Aanpassing communicatie
  • Gebruik korte zinnen
  • Gebruik geen moeilijke woorden
  • Vermijd abstracte begrippen en spreekwoorden
  • Let op je vraagstelling
  • Vraag of iemand kan herhalen wat is gezegd
  • Pas je aan aan de woordkeuze van de cliënt
  • Pas schriftelijk taalgebruik aan
  • Neem meer de tijd om aan iets te werken

Slide 13 - Slide

3. Betrek het netwerk
  • Waarom is dit belangrijk?

Slide 14 - Slide

4. Zelfmanagement (autonomie)
  • Ondersteuning op maat 
  • Kleine, haalbare doelen
  • Autonomie (zelf kiezen) 
  • Positieve benadering

Slide 15 - Slide

Probleemgedrag
"Probleemgedrag is vaak een symptoom dat er iets anders aan de hand is. Als je weet waar het probleemgedrag vandaan komt, biedt dat handvaten om de cliënt te begeleiden bij het probleemgedrag. Bij het kijken naar probleemgedrag is het belangrijk om naar zowel omgevingsfactoren als cliëntfactoren te kijken“

Slide 16 - Slide

Oorzaken van probleemgedrag
  • Frustratie (overvragen of ondervragen)
  • Instrumenteel (wil iets bereiken)
  • Omgevingsfactoren 
  • Missen van vaardigheden (niet uiten, frustratie)

Slide 17 - Slide

Omgaan met probleemgedrag
  • Eenduidige benadering (collega's op één lijn) 
  • Grenzen stellen (wat accepteer je wel/niet) 
  • Structuur (cliënt weet wat hij kan verwachten) 
  • Emotie cliënt benoemen (ik zie dat je boos bent) 
  • Benoemen wat je wél verwacht (ik wil dat je....) 
  • Consequenties benoemen

Slide 18 - Slide

Net ff anders

Slide 19 - Slide