LMF1 les 10 kwis

LMF1 les 10 kwis
1 / 30
next
Slide 1: Slide
FriesBeroepsopleiding

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 13 min

Items in this lesson

LMF1 les 10 kwis

Slide 1 - Slide

Wat is de vertaling van 'yn 'e kunde komme'?
A
bij een kennis langsgaan
B
iets leren
C
kennismaken met

Slide 2 - Quiz

Bij het meervoud van het woord beam wordt de klank gebroken
A
goed
B
fout

Slide 3 - Quiz

Welke vorm is goed?
A
jo bist
B
jo binne
C
jo wêze

Slide 4 - Quiz

Wat is de vertaling van pake?
A
oom
B
opa
C
vader

Slide 5 - Quiz

Wat is de vertaling van bernsbern
A
kinderen
B
kleinkinderen
C
neven en nichten

Slide 6 - Quiz

Welke vorm is goed?
A
ik hân
B
ik hie
C
ik hiest

Slide 7 - Quiz

Welke vorm is goed?
A
do wurkje
B
do wurkst
C
do wurkest

Slide 8 - Quiz

Wat is de vertaling van dwaan?
A
doen
B
drogen
C
geven

Slide 9 - Quiz

Wat is de vertaling van haad?
A
adviseur
B
hoofd
C
medewerker

Slide 10 - Quiz

Wat is de vertaling van muoike?
A
moeilijk
B
moeite
C
tante

Slide 11 - Quiz

Wat is de vertaling van nifelje
A
handwerken
B
knutselen
C
spelen

Slide 12 - Quiz

Wat is de juiste vorm?
A
do bak
B
do bakst
C
do bakkest

Slide 13 - Quiz

Wat is de vertaling van sipels
A
eieren
B
spruitjes
C
uien

Slide 14 - Quiz

De vertaling van sneon is zondag
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quiz

Wat is de juiste vorm?
A
healwei twaen
B
healwei twa
C
healwei twa oere

Slide 16 - Quiz

De vertaling van 'takom jier' is 'volgend jaar'
A
goed
B
fout

Slide 17 - Quiz

Wat is de vertaling van oaremoarn
A
overmorgen
B
eergisteren
C
morgenochtend

Slide 18 - Quiz

Wat is de vertaling van tûk?
A
dank
B
tak
C
slim

Slide 19 - Quiz

De juiste vertaling van suterich is knap
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quiz

Welke vertaling van húske is niet juist?
A
inloopkast
B
klein huis
C
wc

Slide 21 - Quiz

De juiste vertaling van earmtakke is onderarm
A
goed
B
fout

Slide 22 - Quiz

Wat is de vertaling van skonk
A
arm
B
been
C
schouder

Slide 23 - Quiz

Als een Fries heal is, dan is hij
A
misselijk
B
niet lekker
C
erg ziek

Slide 24 - Quiz

Wat is de juiste vorm?
A
de sinne skynt
B
de sinne skinet
C
de sinne skijnt

Slide 25 - Quiz

Wat is de digitale tijd voor tweintich foar sânen moarns
A
7.20
B
6.20
C
6.40

Slide 26 - Quiz

Wat is de juiste dag en digitale tijd voor justermiddei om healwei trijen
A
ma 15.30
B
wo 15.30
C
ma 14.30

Slide 27 - Quiz

wat is de juiste dag en digitale tijd voor sneintejûn om kertier oer njoggenen
A
zond 9.15
B
zond 21.15
C
zat. 21.15

Slide 28 - Quiz

Wat is de datum, dag en digitale tijd voor earjuster 7 jannewaris om ien oere nachts
A
ma 7-1 / 1.00
B
zond 7-1 / 13.00
C
zond 7-1 / 1.00

Slide 29 - Quiz

Vul aan op de stippellijn:
Ik ...... der no wol klear mei
A
wês
B
is
C
bin

Slide 30 - Quiz