KUBV

1 / 12
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide


Bevrijd!

  • De schade van de oorlog was groot
  • Het aantal slachtoffers was hoog, rond de 200.000
  • De infrastructuur was vernield
  • Veel machines waren door de Duitsers meegenomen
  • Honderdduizenden mannen waren in Duitsland tewerkgesteld tijdens de oorlog

De schade na het bombardement van Rotterdam in mei 1940 was groot, maar tijdens de vijf jaren van de Duitse Bezetting was er nog niet veel gedaan om de stad op te bouwen.

Slide 2 - Slide

Wederopbouw
vanaf 1945
  • gebrek aan alles: voedsel, brandstof, geld
  • export lag stil
  • dreigende  inflatie. Daarom bleven producten op de bon om te voorkomen dat de prijzen van producten die schaars zijn zouden stijgen

Slide 3 - Slide

De Wederopbouw 

  • Afspraken over lonen en prijzen: geleide loonpolitiek lonen blijven laag, om de export op gang te brengen en dus weer een industrieland te worden. 
  • Harmoniemodel: samenwerken/de schouders eronder en niet zeuren!
  • Eerste industrialisatie nota: kleine bedrijven gaan samenwerken ⇒ kosten lager ⇒ prijzen lager ⇒ export stijgt

  • Hulp vanuit VS: Marshallplan
  • Ontstaan van een verzorgingsstaat


    Het Amerikaanse Marshallplan had twee belangrijke doelen:
    • Zorgen dat Europa weer wordt hersteld, zodat Amerika ook weer producten kan verkopen aan de Europeanen.
    • Laten zien wie hun échte bondgenoot is: kies voor het kapitalisme van ons, en niet het communisme van de Sovjet-Unie!

    Slide 4 - Slide

    Het gezin van de jaren 50.

    • Het leven van de meeste mensen speelde zich af in het gezin.
    • De rollen waren duidelijk: vader, moeder en (veel) kinderen
    • Vader was de baas, moeder de huisvrouw, kinderen gehoorzaam
    • Echtscheidingen kwamen maar weinig voor (vrouwen hadden vaak geen eigen inkomen)
    • Het leven was zuinig en vrije tijd werd thuis doorgebracht


      Slide 5 - Slide


      Verzuiling

      • De verdeling van de Nederlandse samenleving in 4 groepen (zuilen): protestanten, katholieken, liberalen, socialisten
      • Eigenlijk werd het van je verwacht dat je alleen omging met mensen binnen je eigen zuil
      • Er was veel sociale controle: familie, vrienden en de buurt controleerden of je je wel aan de 'regels' van de zuil hield.

      Slide 6 - Slide

      Video
      Clipphanger:
      Wat is verzuiling?

      Slide 7 - Slide

      0

      Slide 8 - Video

      De welvaart stijgt vanaf 1953

      • Geleide loonpolitiek wordt losgelaten (eerst deels, daarna volledig in 1963)
      • Er komt een loongolf: een stijging van lonen, soms wel met 10%
      • Uitkeringen zijn gekoppeld aan lonen, dus ook deze stijgen mee.
      • Door de ontdekking gasveld in Slochteren (1959) kunnen de hogere lonen makkelijker worden gefinancierd: het gas wordt aan het buitenland verkocht.
      • Nederland wordt een consumptiemaatschappij


        Slide 9 - Slide

        Amerikanisering
        • Amerika is het land waar iedereen naar kijkt hoe efficient te produceren maar ook naar de consumptiegoederen.
        • De invloed van Amerika in Europa neemt niet alleen politiek toe: na de oorlog komen ook bedrijven als Coca Cola en Levi Strauss naar Nederland. 
        • Hierdoor nemen ook in het dagelijks leven, zoals bijvoorbeeld in de kleding of de muziek, veel Nederlanders Amerikaanse gebruiken over.
        • Dit heeft amerikanisering.
        De Amerikaanse acteur James Dean wordt vaak genoemd als rolmodel voor de opstandige tiener: vetkuif, spijkerbroek en roken. Niet alleen de Amerikaanse jeugd nam zijn uiterlijk (en gedrag) over. Ook de Nederlandse jongeren, die zijn films in kleur in de bioscoop konden bekijken, vonden hem 'stoer'. De ouders spraken er, uiteraard, schande van! Lang heeft James Dean niet van zijn succes kunnen genieten: op 24-jarige leeftijd kwam hij bij een auto-ongeluk om het leven.

        Slide 10 - Slide

        Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

        Slide 11 - Open question

        Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

        Slide 12 - Open question