Les 4: Hofcultuur - Renaissance: Muziek

Muziek in de Renaissance
lalala
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Kunst algemeenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Muziek in de Renaissance
lalala

Slide 1 - Slide

Even opfrissen
Wat heb je gelezen?

Slide 2 - Slide

Aan het begin van de 15 eeuw is Rome
A
rijk en oppermachtig
B
in verval geraakt

Slide 3 - Quiz

De koepel van de Dom van Florence is geïnspireerd op
A
het Forum Romanum
B
het Parthenon (Acropolis)
C
het Pantheon
D
het Colosseum

Slide 4 - Quiz

Bekende Renaissancekunstenaars
A
Vitruvius
B
Brunelleschi
C
Cosimo de Medici
D
A, B en C

Slide 5 - Quiz

Neoplatonisme
A
onderzoekt de platonische liefde
B
zoekt de verbinding tussen het christendom en de klassieken
C
verwerpt de christelijke leer
D
onderzoekt de werken van Plato en Aristoteles

Slide 6 - Quiz

Streven naar schoonheid in de Renaissance door
A
wiskundige verhoudingen
B
symmetrie
C
op de natuur gebaseerde verhoudingen (gulden snede)
D
A, B en C

Slide 7 - Quiz

De kunstenaar in de Renaissance
A
krijgt een hogere status dan in de Middeleeuwen
B
is geen lid van een gilde
C
heeft gestudeerd aan de kunstacademie
D
is mecenas

Slide 8 - Quiz

Waarom is een aanstelling als hofkunstenaar de gedroomde baan?
A
omdat je je netwerk enorm vergroot
B
omdat je zeker bent van een inkomen
C
omdat je bescherming geniet van een mecenas
D
omdat je veel interessante opdrachten krijgt

Slide 9 - Quiz

Nog één keer terugblikken:
Kerkelijke muziek in de Middeleeuwen
Na het Gregoriaans: ontwikkeling van de meerstemmigheid:
  • parallel organum: meerstemmigheid waarbij de stemmen dezelfde kant op bewegen (vaak kwarten en kwinten - zie dia 15)
  • daarna: vrij organum en melismatisch organum 
Links: parallel organum
(paralelle kwarten)

Rechts: melismatisch organum

Slide 10 - Slide

Muziek in de Renaissance: algemeen
  • Uitvinding drukpers - zéér belangrijk voor verspreiding van (blad)muziek
  • componist krijgt hoge status 
  • muziek ligt makkelijker in het gehoor dan Middeleeuwse muziek
  • overgang van kerktoonladders naar majeur/mineur-systeem
  • meerstemmigheid = meestal polyfoon
  • ontwikkeling van de instrumentale muziek als zelfstandig genre
  • Er mag van muziek genoten worden (i.t.t. in de Middeleeuwen)

Slide 11 - Slide

Kenmerken kerkelijke Renaissancemuziek
  • meestal geschreven voor a capella, soms toevoeging van instrumenten
  • basis is de cantus firmus (vast gezang): vaak een Gregoriaanse melodie
  •  samenklanken vaker in tertsen en sexten dan in kwarten en kwinten

Slide 12 - Slide

Soorten kerkelijke liederen
1. De mis bestond uit 5 vaste gezangen:
-Kyrie
-Gloria
-Credo
-Sanctus/Benedictus
-Agnus dei

2. Het motet: meerstemmig (mannen)koor, Latijn, multi-inzetbaar. Tekstuitbeelding wordt belangrijk. 

Slide 13 - Slide

Polyfonie - wat was dat ook alweer? 🤔
The day after tomorrow

Slide 14 - Slide

Polyfonie
  • Meerstemmige schrijfwijze
  • Alle stemmen zijn even belangrijk
  • Ritmisch onafhankelijk van elkaar 
  • Gevolg: teksten klinken niet gelijk
  • Horizontaal gedacht (in melodieën) i.t.t. homofonie (in akkoorden gedacht).

Slide 15 - Slide

Franco-Vlaamse school (1450-1550)
  •  Verzamelnaam voor groep componisten uit Nederland/Vlaanderen/Frankrijk
  • 4-stemmig tot 6-stemmig polyfoon (behoorlijk slecht verstaanbaar dus)

Kenmerkende compositietechnieken:
- imitatie (een motief uit de ene stem wordt overgenomen door een andere). Vormen van imitatie zijn de canon, vergroting, verkleining, en de kreeftengang.
- doorimitatie (één motief/thema wordt erg lang achter elkaar in alle andere stemmen herhaald)
- gelijkwaardigheid van alle stemmen. Cantus firmus kan in alle stemmen verschijnen (niet alleen in tenor).
- polyfone delen worden met homofone delen afgewisseld
- stemparen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Bestudeer het schema hiernaast.

Beluister het fragment.

Maak de vragen op de volgende slide:
Tomas Luis de Victoria: Sanctus

Slide 18 - Slide

Welke muzikale aspecten / principes vallen je het meest op (1 uit elke kolom)? Licht je keuzes toe.

Slide 19 - Open question

Muziek deel 2
-Huiswerk nakijken
-Info: wereldlijke muziek
-Luisteropdrachten

Slide 20 - Slide

NEOPLATONISME
In de renaissance vindt een heropleving van het neoplatonisme plaats. Die heropleving begint rond 1480 in Florence met Ficino en verspreidt zich. Marsilio Ficino richt een neoplatonische school op. Hij geeft zichzelf als taak om de wijsheid van de klassieken te verspreiden en actueel te maken. Bovendien wil hij ogenschijnlijke tegenstrijdige aspecten op één lijn brengen binnen een samenhangend en begrijpelijk systeem van symbolen. Dit systeem mag niet in strijd zijn met de christelijke symboliek. Het neoplatonisme in de renaissance combineert dus de ideeën van het christendom met de geschriften van Plato.
Dit neoplatonisme vult de gedachte dat schoonheid de optelsom is van de juiste proporties en harmonie aan met een symbolische waarde. En de symbolische schoonheid staat boven de zichtbare schoonheid. Er ontstaat een boven zintuiglijke schoonheid. Een goddelijke schoonheid die je terugvindt in de mens en de natuur. Savonarda omschrijft het als een schoonheid die niet de verhouding tussen de delen is, maar iets wat helderder schittert naarmate je de goddelijke schoonheid dichter benadert.

Slide 21 - Slide

Vragenblok 4 - blok 2

Huiswerk nakijken

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Wereldlijke muziek
Madrigaal
-Meerstemmig lied in Italiaans 
-Vaak aan het hof gezongen
-vel ruimte voor experiment: tekstuitbeelding, ingewikkelde compositietechnieken, vreemde samenklanken
-couplet-refreinstructuur
-serieus

Chanson:
-in het Frans
-eenvoudiger dan madrigaal
-'hits' van de Renaissance!
-vaak luchtig

Bij beide vormen worden homofonie en polyfonie met elkaar afgewisseld.



Slide 24 - Slide

Instrumentale muziek
  •  Vaak dansmuziek, later ook zelfstandig uitgevoerd
  • In de ME vaak geïmproviseerd, nu vastgelegd (boekdrukkunst)
  • er mag van genoten worden!
  • instrumenten vaak in families (SATB) 
  • Klavecimbel (voorloper van de piano) en luit (voorloper gitaar) zijn populair

Slide 25 - Slide

Zelfstandig werken:
1. Maak tweetallen (1 iemand muziek, 2 BV/drama). Ga naar Intro edition en maak: Verkennen 2.1: Renaissance - 1 D t/m J

Huiswerk voor donderdag:
-maken vragenblok 4 (Hoofs vermaak) – blok  1 en 4

Verdiepingsstof:
bekijk dit filmpje (aantekeningen maken = slim!):

Slide 26 - Slide