Hoofdstuk 9 herhaling

Leerdoelen 9.1
- Je kan uitleggen wat een orgaanstelsel is

- Je kan de organen uit bron 1 benoemen

- Je kan uitleggen hoe verbranding werkt
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Leerdoelen 9.1
- Je kan uitleggen wat een orgaanstelsel is

- Je kan de organen uit bron 1 benoemen

- Je kan uitleggen hoe verbranding werkt

Slide 1 - Slide

Functies
verteringsstelsel
Voedsel fijn maken zodat voedingsstoffen kunnen worden opgenomen in het bloed
bottenstelsel
Stevigheid & bescherming
spierenstelsel
Beweging
bloedvatenselsel
Vervoeren van zuurstof en voedingsstoffen door het lichaam
ademhalingsstelsel
Opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide
zenuwstelsel
Geleiden van elektrische impulsen

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 9.2
- Je kan voorbeelden van voedingsstoffen benoemen

- Je kan de weg die het voedsel aflegt in het lichaam opnoemen

- Je kan uitleggen wat een peristaltische beweging is

- Je kan uitleggen waaruit voedingsstoffen bestaan

- Je kan uitleggen hoe eten wordt verteerd

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Peristaltiek

Slide 6 - Slide

Leerdoelen 9.3
- Je kan de twee manieren van ademhalen beschrijven

- Je kan uitleggen hoe de lucht in en uit je longen gaat

- Je kan uitleggen waarom je beter door je neus kan inademen

Slide 7 - Slide

Ademhalen
Borstademhaling/ribademhaling
1. De spieren tussen je ribben trekken samen
2. De ribben gaan omhoog, de ribbenkast wordt 
      groter
3. De lucht wordt in de longen gezogen
4. De spieren ontspannen
5. De ribben gaan omlaag, de ribbenkast wordt
      kleiner
6. De lucht gaat de longen uit

Slide 8 - Slide

Ademhalen
Buikademhaling/middenrifademhaling
1. De middenrifspieren trekken samen
2. Het middenrif gaat omlaag, de ribbenkast 
     wordt groter
3. De lucht wordt in de longen gezogen
4. De spieren ontspannen
5. Het middenrif gaat omhoog, de ribbenkast 
      wordt kleiner
6. De lucht gaat de longen uit

Slide 9 - Slide

Ademhalingsstelsel
De weg van lucht: Neus/mond --> luchtpijp --> bronchiën --> luchtpijptakjes --> longblaasjes

In de luchtpijp zitten kraakbeenringen
Hierdoor blijft de luchtpijp open

Vanuit de longblaasjes wordt de lucht 
opgenomen door kleine bloedvaatjes

Heel veel longblaasjes betekent dus een 
groot oppervlak, hierdoor vindt er snel 
gaswisseling plaats

Slide 10 - Slide

Leerdoelen 9.4
- Je kan de onderdelen van het bloed en de functie hiervan uitleggen

- Je kan uitleggen waaruit het bloedvatenstelsel bestaat

- Je kan uitleggen hoe het hart werkt

- Je kan de kleine en grote bloedsomloop opnoemen

Slide 11 - Slide

Hart
Het hart heeft twee boezems en twee kamers

Tussen de boezem en kamer zitten hartkleppen
Hierdoor stroomt het bloed niet terug van de kamer naar
het hart

Tussen de kamers en slagaders zitten slagaderkleppen
Hierdoor stroomt het bloed niet terug van de slagader naar de kamers

Het bloed komt in de boezem --> de boezem trekt samen --> het bloed kom in de kamer --> de kamer trekt samen --> hartpauze (het bloed stroomt de slagader in)

Slide 12 - Slide

Bloedsomloop
- Kleine bloedsomloop: rechterboezem --> rechterkamer --> longslagader --> longhaarvaten --> longader --> linkerboezem
- Grote bloedsomloop: linkerboezem --> linkerkamer --> aorta -->
(naam orgaan)slagader --> haarvaten --> (naam orgaan)ader -->
holle ader --> rechterboezem

Op plaatjes geven we zuurstofrijk bloed vaak aan met rood
Op plaatjes geven we zuurstofarm bloed vaak aan met blauw
Al het bloed in ons lichaam is natuurlijk gewoon rood!

De poortader vervoert bloed van de darmen, maag, alvleesklier en milt naar de lever.

Slide 13 - Slide