PR2W5 - NE MC1: Spelling: voltooide tijden - 25-26

Voltooide tijden v.t.t. en v.v.t.
voltooid deelwoord
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Voltooide tijden v.t.t. en v.v.t.
voltooid deelwoord

Slide 1 - Slide

Ik vervoeg werkwoorden in de voltooid tegenwoordige tijd. (2.10)
Ik vervoeg werkwoorden in de voltooid verleden tijd. (2.10)
Ik vorm het voltooid deelwoord correct. (2.10)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Vul het voltooid deelwoord aan.

Hij heeft zijn smartphone niet…. (vinden)


Slide 5 - Open question

Vul het voltooid deelwoord aan.

Ik had graag een stripverhaal…. (lezen)

Slide 6 - Open question

Vul het voltooid deelwoord aan.

Jij hebt juist op de vraag ...! (antwoorden)

Slide 7 - Open question

Vul het voltooid deelwoord aan.

De kaars had maar net…. (branden)

Slide 8 - Open question

Vul het voltooid deelwoord aan.

Ik heb een stuk chocolade…. (nemen)

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

hebben of zijn?

Zij ... vorige week naar Parijs verhuisd.
A
hebben
B
zijn

Slide 12 - Quiz

hebben of zijn?

Hij ... een huis gebouwd.
A
had
B
was

Slide 13 - Quiz

hebben of zijn?

De bomen in de straat ... enorm gegroeid.
A
hebben
B
zijn

Slide 14 - Quiz

hebben of zijn?

Zij ... gewonnen!
A
had
B
was

Slide 15 - Quiz

hebben of zijn?

Ze ... er niets van begrepen.
A
hebben
B
zijn

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Wat is het voltooid deelwoord van
AFWERKEN?

Slide 20 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van
OPNEMEN?

Slide 21 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van
AANHOUDEN?

Slide 22 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van
NAKIJKEN?

Slide 23 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van
VERTELLEN?

Slide 24 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van
BETRAPPEN?

Slide 25 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van
GENIETEN?

Slide 26 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van
AANSLUITEN?

Slide 27 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van
NASPELEN?

Slide 28 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van
TEGENSPREKEN?

Slide 29 - Open question