essen, trinken und einkaufen

1 / 17
next
Slide 1: Video
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Wat gaat de man aan de telefoon doen?
A
Gewoon alleen even een liedje zingen
B
bestellen
C
bellen en ophangen
D
appen

Slide 2 - Quiz

Wat wil de man bestellen
A
Pasta
B
Hamburger
C
Wrap
D
Pizza

Slide 3 - Quiz

De man wil er ... op. Wat moet er op de puntjes staan?
A
Käse = kaas
B
Gurke = augurk
C
Soße = saus
D
Senf = mosterd

Slide 4 - Quiz

Wat wil de man drinken
A
eine kleine Cola
B
eine große Cola
C
eine kleine Fanta
D
eine große Fanta

Slide 5 - Quiz

Welke vraag stelt de man als laatste?
A
Heb je opgehangen?
B
Heb je meegeschreven of hang je op?
C
Heb je alles op het bonnetje gezet?
D
Hoe is het met je?

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Wat betekent 'Einkaufen'?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Video

Wat staat op de boodschappenlijst?
Beantwoord de vraag in het Nederlands.

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Video

Äpfel
Weintrauben
Erdbeeren
Birnen
Orangen

Slide 12 - Drag question

Was kaufen Peppa und ihre Familie zuerst? Zet in de juiste volgorde (Sleep de blauwe vakken naar de juiste rode vakken)
1
2
3
4
5
Zwiebeln
Schokokuchen
Spaghetti
Tomaten
Melone

Slide 13 - Drag question

Sleep de blauwe vakken naar de juiste rode vakken

nodig hebben

Fruit
Boodschappen doen/ inkopen
de boodschappenlijst
taart
ui
brauchen
die Einkaufsliste
Kuchen
Einkaufen
Obst
Zwiebel

Slide 14 - Drag question

Was ist das niederländische Wort für 'die Kasse'

Slide 15 - Open question

Sleep de blauwe vakken naar de juiste rode vakken
das Gemüse
die Suppe
das Brötchen
das Frühstück
das Orangensaft
der Kaffee

Slide 16 - Drag question

Sleep de blauwe vakken naar de juiste rode vakken
der Kuchen
die Butter
das Obst
der Käse
die Milch
der Tee

Slide 17 - Drag question