Oefenen PTO-4

Oefenen PTO-4

Log in

Houd je boek er evt. bij
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Oefenen PTO-4

Log in

Houd je boek er evt. bij

Slide 1 - Slide

Restrictie betekent inperken
A
goed
B
fout

Slide 2 - Quiz

Restrictie 
betekent voorwaarde, beperking 

Slide 3 - Slide

Wat is in deze zin het voegwoord. Wat voor soort voegwoord het is.
Rutger Bregman beweert dat de meeste mensen deugen

Slide 4 - Open question

Wat is in deze zin het voegwoord. Wat voor soort voegwoord het is.
Het was een zwaar jaar voor docenten, maar ze krijgen geen bonus.

Slide 5 - Open question

Wat is in deze zin het voegwoord. Wat voor soort voegwoord het is.
Zij heeft de zomer in haar bol want de zon schijnt.

Slide 6 - Open question

Wat is in deze zin het voegwoord. Wat voor soort voegwoord het is.
Ik heb trek in een ijsje omdat het eindelijk mooi weer is.

Slide 7 - Open question

Wat is in deze zin het voegwoord. Wat voor soort voegwoord het is.
Nu het weer zo lekker is, heb ik helemaal geen zin meer in school

Slide 8 - Open question

Voegwoord reden

want 

nevenschikkend

pv & ow naast elkaar
Voegwoord reden

omdat, aangezien, nu, daar

onderschikkend

pv & ow hoeven niet perse naast elkaar 

Slide 9 - Slide

Wat is in deze zin het voegwoord. Wat voor soort voegwoord het is.
We weten niet of het een goed idee is.

Slide 10 - Open question

Wat is een medium als je iets wilt vertellen?
A
iemand die met de doden kan praten
B
een maat (net als small en large)
C
een middel om met publiek te communiceren
D
social media, kranten en billboards

Slide 11 - Quiz

Noteer de bijvoeglijke bepalingen.
Die oude gek woont in een afgelegen boerderij aan de rand van het bos.

Slide 12 - Open question

Noteer de bijvoeglijke bepalingen.
Mijn geweldige man en ik hebben samen drie jonge kinderen met blond haar.

Slide 13 - Open question

Let op: 
Je krijgt ook teksten die je moet lezen en waar je vragen over krijgt
En je moet een stukje schrijven: zowel informeel als formeel

Leer hst 35, 36, 39 en 41 dus goed

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Heel veel succes! 

Slide 16 - Slide