Mavo 1 SS7 vocab F, vocab G, dictionary & Reading PO

1 / 37
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welcome ZM1A
  • Oortjes uit 
  • Boek en etui op tafel
  • Tas op de grond
STARTKLAAR?
  • Ga op je plek zitten
  • Doe je jas uit
  • Telefoon in je tas
timer
3:00

Slide 2 - Slide

Welcome ZM1B
  • Oortjes uit 
  • Boek en etui op tafel
  • Tas op de grond
STARTKLAAR?
  • Ga op je plek zitten
  • Doe je jas uit
  • Telefoon in je tas
timer
3:00

Slide 3 - Slide

PTO 3 - Week 33 - lesson 1
Today's mission:
  • Homework check
  • Vocabulary F
  • Vocabulary G
  • Dictionary
  • Reading PO

Slide 4 - Slide

Numo Engels
4 uur in deze periode
(als je maandag 2-6 niet drie uur hebt, dan kom je het op school maken!

Slide 5 - Slide

Stepping Stones p. 20
  1. Do you like spaghetti?                     No, I don't like Italian food.
  2. Does he play football?                     No, he doesn't play any sports.
  3. Does she live in your street?         No, she doesn't live in my town anymore. 
  4. Does your cat eat meat?                 No, it doesn't eat meat.
  5. Do we need a car?                              No, we don't need a car. 
  6. Do they go to the cinema a lot?   No, they don't watch films very often. 

Slide 6 - Slide

Grammar 30b - page 123 = homework

Slide 7 - Slide

Grammar 32 - page 125 = homework

Slide 8 - Slide

Today's mission
Vocabulary F & G: you know words about 

Slide 9 - Slide

Listening 40 - page 129

Slide 10 - Slide

Reading 45 - page 133

Slide 11 - Slide

Today's mission
You know how to use an English-Dutch dictionary

Slide 12 - Slide

Wat is de volgende letter?
ghijklmno...

Slide 13 - Mind map

Wat is de volgende letter?
mnopqrst...

Slide 14 - Mind map

Zet de volgende letters op alfabetische volgorde: w f o l d v

Slide 15 - Open question

Welk woord staat eerder in het woordenboek?
consult of construct
A
consult
B
construct

Slide 16 - Quiz

Welk woord staat eerder in het woordenboek?
connect of constrain
A
connect
B
constrain

Slide 17 - Quiz

Welk woord staat eerder in het woordenboek?
together of treat
A
together
B
treat

Slide 18 - Quiz

Welk woord staat eerder in het woordenboek?
threat of throat
A
threat
B
throat

Slide 19 - Quiz

Find the following words
  • mischief
  • wooden
  • distribution
  • usually
timer
3:00

Slide 20 - Slide

Welke woorden in de volgende zinnen staan niet zo in het woordenboek? Hoe staan ze er wel in? 

Voorbeeld: 
  • She walks to work every day. 
  • walks
  • The soup is colder than usual. 
  • colder

Slide 21 - Slide

What are you waiting for?
A
what
B
are waiting
C
you
D
for

Slide 22 - Quiz

A thousand yellow cars.
A
a
B
thousand
C
yellow
D
cars

Slide 23 - Quiz

They are the friendliest people on earth.
A
they
B
friendliest
C
people
D
on earth

Slide 24 - Quiz

Waar staan de woorden in de juiste alfabetische volgorde?
A
tree - treat - threat
B
treat - threat - tree
C
threat - tree - treat
D
threat - treat - tree

Slide 25 - Quiz

Waar staan de woorden in de juiste alfabetische volgorde?
A
sand - steep - step
B
step - sand - steep
C
sand - step - steep
D
steep - step - sand

Slide 26 - Quiz

In het Engels lijken werkwoorden en zelfstandig naamwoorden heel erg op elkaar:

Kijk naar: to insult - an insult

  • Bij een (heel) werkwoord staat altijd 'to'
  • Bij een zelfstandig naamwoord staat 'a',  'an' of 'the'
  • In het woordenboek staat bij een werkwoord 'ww'
  • En bij een zelfstandig naamwoord 'zn'

Slide 27 - Slide

Soms horen de woorden bij elkaar, en soms juist helemaal niet!

Voorbeelden:
  • to train vs. a train
  • to ground vs. the ground
  • to mop vs. a mop

Slide 28 - Slide

Find the following words
  • match
  • to match
timer
1:30

Slide 29 - Slide

Ik kan woorden op alfabetische volgorde zetten.
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Ik kan Engelse woorden opzoeken in een woordenboek.
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Ik kan ook woorden die niet precies als in de tekst in het woordenboek staan, opzoeken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Can you use an English-Dutch dictionary?

Slide 33 - Slide

Boek ZM1B

- make notes
- ask questions

homework: 
finish the book!

Slide 34 - Slide

Boek ZM1A

- make notes
- ask questions

homework: 
finish the book!

Slide 35 - Slide

Homework
Do:
ZM1A: Finish reading - The Phantom Airman
ZM1B: Finish reading - Dr Jekyll & Mr Hyde

Slide 36 - Slide

blooket or Quizlet live
vocabulary chapter 6

Slide 37 - Slide