Het debat, les 1

Hoe doen we dat?
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoe doen we dat?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Beleidsdebat voorbereiding
Bij het beleidsdebat draait het altijd om een bepaald beleid
De debatterende partijen vormen teams van twee personen. De teams bereiden het debat als volgt voor:
 

· Ze documenteren zich over de beleidsstelling
· Ze verzamelen zo veel mogelijk argumenten voor en tegen de stelling. Door na te denken over de argumenten die de tegenstanders vermoedelijk naar voren zullen brengen, kunnen ze tegen die argumenten alvast een verweer formuleren.
· Ze bepalen de volgorde waarin de argumenten (gelabeld) ingebracht gaan worden. Eventueel bereiden ze al een speech voor. Let op: het is géén voorleesbeurt!


Slide 3 - Slide

Organisatieregels:
  • In een beleidsdebat mogen de debatterende partijen elkaar niet in de rede vallen. 
  • Het debat is daarom verdeeld in vastgestelde spreekbeurten met een bepaalde tijdsduur.
  •  Inhoudelijk ligt vast wat er in welke spreekbeurt naar voren gebracht mag worden. 
  • De jury bepaalt wie het debat gewonnen heeft.
    Daarom spreek je in een debat altijd de jury aan: ‘Geachte jury, …’.
  • De docent bepaalt de cijfers. Er worden individuele cijfers gegeven.
  • Er is een tijdwaarnemen die onverbiddelijk ‘stop’ zegt als de spreektijd voorbij is. De spreker mag dan nog wel zijn zin afmaken.











Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Oefenen met argumentatie in drietallen
We gaan zo een klein debat in drietallen doen:
1.IEDER VOOR ZICH (GEHEIM!) bedenkt een werkwoord (bijv. fietsen) en een zelfstandig naamwoord (bijv. eend) de woorden hoeven dus niet bij elkaar te passen. Schuttingtaal, discriminatie en andere niet passende zaken zijn natuurlijk uitgesloten.
2. De docent verdeelt de klas m.b.v. Somtoday in groepjes van 3 leerlingen
3. Elke leerling krijgt een willekeurig kaartje met een znw en een kaartje met een ww DIT HOUD JE WEER GEHEIM. Ken je een wwoord niet? Vraag het zachtjes aan je docent.
4. je krijgt 4 minuten voorbereidingstijd om een stelling en 
argumenten te bedenken met je znw en je ww.

 

Dan stappen we over naar het schrijven van een opzetbeurt met de argumentatiekaart monarchie.
timer
4:00

Slide 6 - Slide

Voorbereiding oefening: woorden verzinnen
Je krijgt twee kleine papiertjes. 
  • Op het blauwe papiertje schrijf je een werkwoord.
  • Op het oranje papiertje schrijf je een zelfstandig naamwoord.
  • Je docent haalt ze op.

Slide 7 - Slide

Stelling verzinnen
  • Pak uit elk doosje een briefje.​
  • Je hebt nu twee briefjes: één met een werkwoord en één met een zelfstandig naamwoord.​
  • Bedenk met deze twee woorden een (beleids)stelling.


Slide 8 - Slide

Stelling verdedigen
Maak groepjes van drie personen.​

Om de beurt verdedig je je stelling 1,5 minuut lang.​ Zorg dat je de tijd volspreekt! (zie volgende stelling)
Steeds observeert één van de leerlingen en geeft feedback, deze observatietaak krijgt iedereen een keer. De andere leerling staat in de actieve luisterhouding. Tussen de beurten door wordt kort feedback (top-tip-top) gegeven.


Slide 9 - Slide

Stelling verdedigen: opbouwbeurt
In de opbouwbeurt leid je het onderwerp in en beschrijf je de situatie zoals die nu is. Het voorstel, de debatstelling waar jij voorstander van bent, roept op tot een verandering van een bepaalde situatie of van een bepaald beleid. De argumenten ondersteunen de stelling: ze leggen uit waarom de voorgestelde beleidsverandering nodig is.



timer
1:00

Slide 10 - Slide

Presentatie is belangrijk!
https://www.youtube.com/watch?v=8S0FDjFBj8o


Slide 11 - Slide