weer en klimaat

Weer en klimaat

De kandidaat kan weer en klimaat, klimaatverandering en klimaatbeleid
van Nederland en de aangewezen contrasterende regio in Europa
(Spanje) beschrijven en verklaren en de situatie in beide gebieden
vergelijken.
1 / 35
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Weer en klimaat

De kandidaat kan weer en klimaat, klimaatverandering en klimaatbeleid
van Nederland en de aangewezen contrasterende regio in Europa
(Spanje) beschrijven en verklaren en de situatie in beide gebieden
vergelijken.

Slide 1 - Slide

Je kan...
 het weer in Nederland en Spanje beschrijven aan de hand van de
weerelementen en voor gegeven omstandigheden het weer verklaren
met behulp van de weerelementen en klimaatfactoren en verschillen
tussen het weer in beide gebieden beschrijven en verklaren.
- ontstaan van neerslag
- vormen van neerslag
- uv straling
- wet van Buys Ballot

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Soorten neerslag
  • Stuwingsregens
  • Frontale regens
  • Stijgingsregens

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Wet van Buys Ballot
De lucht stroomt met een afwijking van een gebied met hoge druk naar een gebied met lage druk. 

Slide 7 - Slide

Je kan
 weerkaarten en satellietbeelden van standaard weersituaties in
Nederland (West-Europa) en Spanje (Zuid-Europa) gebruiken bij het
opstellen van een weerbericht voor Nederland en Spanje door een
gegeven weerkaart aan te vullen en aan de hand van een schrijfkader
een weerbericht te schrijven bij een gegeven weerkaart.

Slide 8 - Slide

Weerselementen
Temperatuur: graden Celsius
Neerslag: mm
Wind: schaal van Beaufort

Slide 9 - Slide

Je kan
 de kenmerken van het klimaat in Nederland (West-Europa) en de
klimaten Spanje (Zuid-Europa) beschrijven en verklaren aan de hand
van de klimaatfactoren.

Slide 10 - Slide

Je kent de volgende begrippen
 -gematigd zeeklimaat
- globale windsysteem (alleen beschrijven)
- hooggebergte klimaat
- Mediterraan/Middellandse zeeklimaat
- landklimaat
- steppeklimaat

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Gematigd zeeklimaat
Koele zomers
Zachte winters
Neerslag in alle seizoenen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Hooggebergteklimaat 
Boven 1500 meter
Eeuwige sneeuw
Lage temperatuur
Weinig verschil in seizoenen

Slide 15 - Slide

Middellands zeeklimaat
warme zomers
zachte winters 
neerslag in sommige jaargetijden

Slide 16 - Slide

Landklimaat
extreme temperaturen in zomer en winter 

Slide 17 - Slide

Steppeklimaat
Vrij warm
weinig neerslag

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video


A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Nat klimaat

Slide 20 - Quiz


A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
zee klimaat
D
Pool klimaat

Slide 21 - Quiz


A
tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Pool klimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 22 - Quiz


A
Tropisch klimaat
B
Pool klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Droog klimaat

Slide 23 - Quiz


A
tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Pool klimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 24 - Quiz


A
koud klimaat
B
Tropisch klimaat
C
Droog klimaat
D
Zee klimaat

Slide 25 - Quiz


A
Land klimaat
B
Tropisch klimaat
C
Pool klimaat
D
Zee klimaat

Slide 26 - Quiz

Wat voor klimaat heeft Nederland?
A
koud klimaat
B
gematigd klimaat
C
tropisch klimaat
D
droog klimaat

Slide 27 - Quiz

Een lagedrukgebied brengt vaak...
A
Rustig weer
B
Onrustig weer.

Slide 28 - Quiz

Bij een hoge druk gebied hebben we
A
Nat en koud weer
B
Stabiel en nat weer
C
Nat en warm weer
D
Stabiel en droog weer

Slide 29 - Quiz

Welke elementen bepalen het weer?
A
Neerslag en temperatuur
B
Wind en neerslag
C
Temperatuur en wind
D
Wind, temperatuur en neerslag

Slide 30 - Quiz

In Nederland hebben we vaak:
A
Aanlandige wind
B
Aflandige wind

Slide 31 - Quiz

Dooi in de winter
A
Aanlandige wind
B
Aflandige wind

Slide 32 - Quiz

Wind van zee naar land heet..
A
Aflandige wind
B
Aanlandige wind
C
Laanlandige wind
D
Geen van de genoemden

Slide 33 - Quiz

Warmer in de zomer
A
Aanlandige wind
B
Aflandige wind

Slide 34 - Quiz


A
mist
B
sneeuw
C
wind
D
wolk

Slide 35 - Quiz