H3.2 warmtetransport

3.2 Warmtetransport
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.2 Warmtetransport

Slide 1 - Slide

Wat ga je leren deze les?
  • Je leert hoe een warmtebron de omgeving verwarmt.
  • Je leert hoe warmte van de ene plek naar een andere plek gaat.

Slide 2 - Slide

warmtetransport
Warmte gaat altijd van een warm gebied naar een koud gebied.
Dat kan op 3 manieren:
stroming
straling
geleiding

Slide 3 - Slide

Wat is geleiding?
Geleiding is wanneer een stof warmte makkelijk doorlaat.
Een voorbeeld hiervan is een radiator die nadat de binnenkant warm wordt, bijna direct ook van buiten warm wordt.

Slide 4 - Slide

Wat is een geleider?
Een geleider is een stof waar warmte (en elektriciteit) makkelijk doorheen gevoerd wordt. Een voorbeeld hiervan zijn alle metalen.

Slide 5 - Slide

Hoe ga je geleiding tegen?
Geleiding kun je, bijvoorbeeld in de muren van je huis, tegengaan door een slechte geleider tussen de binnen- en buitenmuur te stoppen. Dit noemen we isolatiemateriaal. 

Slide 6 - Slide

Een stof die warmte makkelijk vervoerd noem je een ......
A
metaal
B
isolator
C
geleider
D
ijzer

Slide 7 - Quiz

Welke van deze stoffen is een geleider?
A
koper
B
papier
C
hout
D
lucht

Slide 8 - Quiz

Welke van deze stoffen is een slechte geleider?
A
aluminium
B
koper
C
ijzer
D
lucht

Slide 9 - Quiz

Waarmee zorgen we dat er minder warmte ontsnapt uit ons huis?
A
een trui aantrekken
B
dikkere muren
C
isolatiemateriaal tussen de muren
D
lucht tussen de muren

Slide 10 - Quiz

Opdrachten maken!

Slide 11 - Slide

Stroming
Warmte stijgt altijd, kou daalt altijd?
  • warme lucht en warm water hebben een kleinere dichtheid dan koude  
       lucht of koud water.
      (warm: de moleculen bewegen sneller en hebben meer ruimte nodig.) 
  • de koude lucht of het koude water zakt  daardoor naar beneden
  • hierdoor ontstaat stroming
  • hoe groter het verschil in temperatuur hoe sneller de stroming

Slide 12 - Slide

Stroming
Energie stroomt met een vloeistof of gas mee.

Slide 13 - Slide

Filmpje convectie

Het volgende filmpje is al eeeeeeeuwen oud. Maar nog steeds leuk :-D 


Als je denkt, onze ketels staan in Nederland allemaal op zolder? Ja, dat klopt.  Onze ketels maken gebruik van een pomp op elektriciteit om het water rond te pompen.

Slide 14 - Slide

0

Slide 15 - Video

Langs de grond voel je lucht stromen
A
Stroming
B
Straling
C
Geleiding

Slide 16 - Quiz

Wat is isoleren?
A
Zorgen dat geleding, stroming en straling beter gaat.
B
Zorgen dat geleiding en stroming beter gaat.
C
Zorgen dat stroming en straling wordt tegengegaan.
D
Zorgen dat stroming, geleiding en straling wordt tegengegaan.

Slide 17 - Quiz

Opdrachten maken!

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Straling 
Als je bij een kachel staat voel je de warmte. Als je in de zomer buiten in de zon loopt voel je haar branden. 

Dit is de infrarode straling, de warmte straling. 

je voelt alleen daar de straling waar het rechtstreeks naar toe gaat, 
bijvoorbeeld in de zon: als die in je gezicht schijnt voel je het daar, maar je rug is koud

Slide 20 - Slide

Straling
alle voorwerpen stralen warmte uit
bij hogere temperatuur voorwerp: meer warmtestraling

Straling heeft geen tussenstof nodig
de warmte-energie van de zon komt door de ruimte naar de aarde

Slide 21 - Slide

Thermoskan

Slide 22 - Slide

Welke vormen van warmtetransport komen wij tegen bij een radiator?
A
Geleiding en straling
B
Geleiding en stroming
C
Stroming en straling
D
Geleiding, straling en stroming

Slide 23 - Quiz

Welke vorm van warmtetransport gebruikt de zon om de aarde te verwarmen?
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 24 - Quiz

Welke manieren van warmtetransport zijn er?
A
Straling, stroming, isolatie
B
Stroming, straling, vermogen
C
Straling, stroming, geleiding
D
Isolatie, geleiding, stroming

Slide 25 - Quiz

Opdrachten maken!
Online via Magister --> leermiddelen--> H3.2
Vorige week deden wij H3.1

Ben je vandaag op school dan kan het in je werkboek

Slide 26 - Slide