Question words

Check-up
How are you today? 


1 / 30
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, havoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Check-up
How are you today? 


Slide 1 - Slide

Today's Planning
Wat gaan we doen?  We beginnen met een uitleg over vraagwoorden en we nemen de SHIT-regel nog een keer door. Daarna gaan jullie opdracht 62 maken. Die kijken we samen na. We eindigen met een LessonUp (met vragen) over de vraagwoorden en 'the daily routine' van vrienden/familie. 
Waarom?  Omdat we deze week hoofdstuk 1 gaan afronden. En om jullie geheugen weer op te frissen over de SHIT-regel. 
Hoe? In je boek 
Hoeveel tijd?  45 minuten.
Hulp nodig? Ask three before me 
Uitkomst? Wat doen we ermee?  Door de LessonUp te doen kun je checken of je het snapt. 
Klaar? Ga dan aan de woordzoeker. 

Slide 2 - Slide

Lesdoel
At the end of this lesson

  • Weet ik hoe je vraagwoorden moet maken in het Engels
  • Weet ik weer hoe de SHIT-regel werkt en hoe je die toepast



 

Slide 3 - Slide

Welke vraagwoorden ken je in het Engels? (er zijn er 7)
Question words

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

What are the 7 question words?

Slide 7 - Open question

schrijfwijze
Onthoud: de question words beginnen allemaal met wh (behalve how). Op een toets moeten dus alle woorden ook met wh beginnen:
WHat / WHere / WHen / WHy / WHo / WHich

Slide 8 - Slide

The difference
What? Vraag naar een ding, mens, dier
Where? Vraag naar een plaats
When? Vraag naar een tijd/datum
Why? Vraag naar een reden
Which? Een keuze
Who? Vraag naar wie
How? Vraag naar hoe

Slide 9 - Slide

Daily routine of a friend/family member
Schrijven/vertellen over de dagelijkse routine van iemand anders. 
Hoe deden we dat ook alweer? 

  • Welke letter komt dan achter het werkwoord?
  • En wat is de regel daarvoor? 

Slide 10 - Slide

SHIT-regel
Bij she/he/it komt er een -s of -es achter het werkwoord. 

Dus:

I wake up                                         I brush my teeth
She/he wakes up                            she/he brushes his/her teeth
You wake up                                   You brush your teeth
They wake up                                 They brush their teeth
We wake up                                    We brush our teeth

Slide 11 - Slide

Now get your phones!
Log in on lessonup.app and fill in the code. I will write it down on the board. 

You will get three minutes. 


timer
3:00

Slide 12 - Slide

Welk vraagwoord gebruik je als je vraagt naar een plaats?
A
when
B
what
C
who
D
where

Slide 13 - Quiz

Welk vraagwoord gebruik je als je vraagt naar een persoon?
A
how
B
who
C
why
D
when

Slide 14 - Quiz

Welk vraagwoord gebruik je als je te maken hebt met een keuze?
A
what
B
which
C
when
D
how

Slide 15 - Quiz

_____ do you leave for school?

Slide 16 - Open question

Welk vraagwoord moet hier komen:
_____ is this person?

Slide 17 - Open question

_____ do you prefer, red or white?

Slide 18 - Open question

____ did you do that?

Slide 19 - Open question

_____ do you live?

Slide 20 - Open question

He.... to school
A
walk
B
walks
C
walking
D
is walking

Slide 21 - Quiz

I never .... the ball
A
catching
B
catches
C
catch
D
am catching

Slide 22 - Quiz

she .... to school
A
goes
B
go
C
is going
D
going

Slide 23 - Quiz

he ... to be relaxed
A
try
B
tryes
C
tries
D
is trying

Slide 24 - Quiz

It .... like home
A
feeling
B
feels
C
feel
D
is feeling

Slide 25 - Quiz

we always .... to school
A
cycle
B
cycles
C
cycling
D
are cycling

Slide 26 - Quiz

Do you feel confident using the question words?
A
yes
B
no

Slide 27 - Quiz

Weet je nu hoe de SHIT-regel werkt?
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quiz

Lesdoel
At the end of this lesson

  • Weet ik hoe je vraagwoorden moet maken in het Engels
  • Weet ik weer hoe de SHIT-regel werkt en hoe je die toepast



 

Slide 29 - Slide

End of the lesson
1. Spullen opruimen (put away your things)
2. Blijven zitten en wachten tot de bel gaat (stay seated until the bell rings)
3. Stoel aanschuiven (pull in your chair)
4. Telefoons pakken (get your phones)
5. Bye, see you next lesson!

Slide 30 - Slide