This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Heb jij al een keer Pasen gevierd?
A
Ja ik vier elk jaar Pasen
B
Ja ik heb één keer Pasen gevierd
C
Nee ik heb nog nooit Pasen gevierd
D
Ik weet niet wat Pasen is.
Slide 2 - Quiz
Hoe vier jij Pasen?
Slide 3 - Open question
Wat betekent Pasen voor jou?
Slide 4 - Open question
We vieren bijna weer Pasen
Het is bijna weer Pasen.
Pasen is een christelijk feest.
Het wordt jaarlijks in veel landen gevierd.
Pasen is ook het feest van de lente.
Dat vieren veel mensen met een paasontbijt.
En paaseitjes zoeken in de tuin.
Slide 5 - Slide
In de tekst staat: Het wordt jaarlijks in veel landen gevierd. Wat wordt bedoeld met jaarlijks?
A
een jaar lang
B
ieder jaar
C
volgend jaar
Slide 6 - Quiz
De week voor Pasen heet de Goede Week.
Dan zijn er drie bijzondere dagen.
Eerst is er Witte Donderdag.
Op die dag denken christenen aan het Laatste Avondmaal.
Op deze dag at Jezus met zijn vrienden.
Het was zijn laatste maaltijd.
Na het eten werd Jezus opgepakt.
Jezus werd aan een groot kruis gehangen en stierf.
Dat herdenken christenen op Goede Vrijdag. Jezus wordt begraven op Stille Zaterdag.
De week voor Pasen heet de Goede Week.
Dan zijn er drie bijzondere dagen.
Eerst is er Witte Donderdag.
Op die dag denken christenen aan het Laatste Avondmaal.
Op deze dag at Jezus met zijn vrienden.
Het was zijn laatste maaltijd.
Die avond werd Jezus opgepakt.
Op Goede Vrijdag werd.Jezus aan een groot kruis gehangen en stierf. Dat herdenken christenen.
Jezus wordt begraven in een grot.
De dagen voor Pasen
Slide 7 - Slide
Hoe heet de week voor Pasen?
A
De goede week
B
De gouden week
C
De laatste week
D
De eerste week
Slide 8 - Quiz
Wat doen Jezus en zijn vrienden op dit schilderij?
A
Ze eten ontbijt
B
Ze zijn aan het werk
C
Ze eten het laatste avondmaal
Slide 9 - Quiz
Welke dag is het vrijdag?
A
Slechte vrijdag
B
Goede vrijdag
Slide 10 - Quiz
Wat vieren Christenen dat er op Goede vrijdag is gebeurd?
Slide 11 - Open question
Dan is het Pasen
Jezus overleed aan het kruis.
Hij werd begraven in een grot.
Op de derde dag was hij verdwenen uit de grot.
Jezus was opgestaan uit de dood.
Dat herdenken christenen met Pasen.
Het verhaal over Jezus staat in de Bijbel.
Slide 12 - Slide
Hoeveel dagen was Jezus dood volgens het Bijbelverhaal?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 13 - Quiz
Hoe heet de dag waarop Jezus opstond uit de dood?
A
Witte donderdag
B
Goede vrijdag
C
Stille zaterdag
D
Pasen
Slide 14 - Quiz
De week voor Pasen heet de Goede Week.
Dan zijn er drie bijzondere dagen.
Eerst is er Witte Donderdag.
Op die dag denken christenen aan het Laatste Avondmaal.
Op deze dag at Jezus met zijn vrienden.
Het was zijn laatste maaltijd.
Na het eten werd Jezus opgepakt.
Jezus werd aan een groot kruis gehangen en stierf.
Dat herdenken christenen op Goede Vrijdag. Jezus wordt begraven op Stille Zaterdag.
Bij Pasen horen allerlei tradities. Die hebben niet allemaal met het paasfeest uit de Bijbel te maken. Veel mensen vieren Pasen met een uitgebreid paasontbijt. Of ze verstoppen chocolade paaseieren. Kinderen mogen die dan gaan zoeken.
Waarom paaseieren en paashazen?
Eieren zijn een symbool voor de lente.
Vogels leggen eieren in de lente.
Het betekent een nieuw begin. En paashazen?
Hazen en konijnen krijgen in de lente jongen.
Ook dat betekent een nieuw begin.
Net als Jezus die opstaat uit de dood.
Paasontbijt en paaseitjes zoeken
Slide 15 - Slide
Wat zie je op deze foto?
A
Verstopte paashazen
B
Verstopte paaseieren
Slide 16 - Quiz
Hoe heet dit dier?
A
De paashaas
B
Het paas konijn
C
Het paasdier
D
Het paasei
Slide 17 - Quiz
Wat hebben hazen en eieren met pasen te maken?
Slide 18 - Open question
Nederland viert twee paasdagen, eerste paasdag en tweede paasdag. Van welke feestdagen heeft Nederland er nog meer twee?
A
Sinterklaas
B
Kerst
C
Koningsdag
D
Pinksteren
Slide 19 - Quiz
20:30 op Nederland 1
Slide 20 - Slide
Fijn pasen!
Slide 21 - Slide
The Passion 2025 wordt live vanuit Terneuzen uitgezonden op Witte Donderdag 17 april om 20.30 uur bij KRO-NCRV op NPO 1.