SCMK - 14/03 - §2.2 Romeinse rijk

Welkom
timer
15:00
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
timer
15:00

Slide 1 - Slide

  • Geen telefoons. 
  • Gebruik je iPad alleen als dat nodig is. 
  • Er is 1 persoon aan het woord. 
  • Wil je iets vertellen, graag je vinger omhoog.
  • We gaan niet naar de wc, tenzij het écht niet anders kan. 


    Verwachtingen

    Slide 2 - Slide

    Aan het einde van de les:
    - weet je iets over de verandering van meerdere goden naar één god.
     

    Slide 3 - Slide

    Programma             60 minuten
    Doelen
    Instructie
    Toepassen
    Check-out


      5 minuten 
    10 minuten
    10 minuten
      5 minuten

    Slide 4 - Slide

    Instructie 

    Slide 5 - Slide


    Geloof van de Romeinen
    De Romeinen geloofden in meerdere goden en godinnen, dat heet polytheïsme.
    De goden en godinnen waren geïnspireerd op de Griekse goden en godinnen.


    Slide 6 - Slide

    Slide 7 - Slide


    Koninkrijk?


    De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
    hoewel daar erg weinig over bekend is.

    En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
    In 117 na Christus was het Romeinse Rijk op zijn grootst. 
    In 63 v. Chr. veroverden de Romeinen de streek Palestina. Hier woonden vooral joden. Zij geloven in één god. Dit heet: monotheïsme (monos=enkel, theos=god).
    De joden geloofden dat een verlosser hen zou bevrijden van al het kwaad, dus misschien ook wel van de Romeinen.
    Romeinen geloven in meerdere goden. Dit heet: polytheïsme (poly=meer, theos=god). Overwonnen volken mogen hun eigen goden houden, zolang ze de belangrijkste Romeinse goden ook vereren. De Romeinen nemen op hun beurt ook weer Goden van andere volken over.

    Slide 8 - Slide


    Jezus van Nazareth


    • Jezus is een Joodse man die rondreist in de streek Palestina en vertelt dat God goede mensen beloont en slechte mensen straft.
    • Jezus krijgt veel aanhangers. 
    • De Romeinen vinden hem daarom gevaarlijk. Ze nemen hem gevangen en kruisigen hem, de straf voor een opstandige slaaf.

    Slide 9 - Slide


    Heeft Jezus echt bestaan?


    • Historici vermoeden van wel, hoewel er over het leven van Jezus geen (geschreven) bronnen zijn. 
    • Ook de Romeinen hebben niets opgeschreven over deze persoon. 
    • Alles wat wij van hem weten is (ongeveer 50 jaar) later opgeschreven, bijvoorbeeld in de Bijbel (Nieuwe Testament).






    Slide 10 - Slide


    Christenen in het Romeinse Rijk


    • Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. 
    • De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof (gelijkheid in de hemel, mysterieus en interessant) zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.


    Christenen gebruikten zelden het kruis als symbool. Ze gebruikte liever het Chi Rho-teken: de eerste twee letters van de naam Christus in het Grieks. De twee letters naast het teken zijn de alpha (α) en de omega (Ω): de eerste en laatste letter van het Griekse alfabet. Hiermee gaven ze aan dat Jezus het begin en het einde was.

    Slide 11 - Slide

    Aan de slag!
    Maken:
    B: Blz. 58 & 59
    K: Blz. 63 & 64


    Klaar? In stilte even iets voor jezelf doen op de iPad.
    timer
    4:00

    Slide 12 - Slide

    Doel: 
    • Ik weet welke leestekens er zijn;
    • Ik kan de komma op de juiste manier gebruiken.
    Aantekeningen

    Slide 13 - Slide

    Toepassen

    Slide 14 - Slide

    Wat
    Blz. 118 en 119; opdr. 8 en 9
    Hoe
    Ondersteuning: Opdracht 8 + 9 (aan de instructietafel)
    Op niveau: Opdracht 9 + 11 
    Uitdaging: Opdracht 10 + 11
    Ben je klaar met deze opdrachten, laat je het aan mij zien. 
    Hulp
    Ik loop rond om je te helpen
    Tijd
    7 minuten in stilte
    7 minuten zachtjes fluisteren
    Uitkomst
    Ben je klaar, laat je de uitkomst aan mij zien. Ik kan controleren of je op niveau bent, ondersteuning nodig hebt of extra uitdaging.
    Klaar
    Ga je met NUMO verder of je gaat lezen.
    Toepassen
    timer
    10:00
    Programma

    Toepassen
    Check-out
       Aan het einde van de les heb ik geoefend met het werkwoordelijk gezegde.

    Slide 15 - Slide

    Check-out

    Slide 16 - Slide


    Hoe kan je het makkelijkst zinsdeelstrepen zetten?
    Schrijf het op een papiertje, ik kom het ophalen.
    Programma

    Check-out
       Aan het einde van de les kan ik de tekstdelen: inleiding, kern en slot herkennen.

    Slide 17 - Open question

    Welke emotie past bij jouw werkhouding?
    😒🙁😐🙂😃

    Slide 18 - Poll

    Aan het einde van de les:
    - weet ik hoe goed ik de pv en de wg kan vinden;
    - heb ik geoefend met zinsdeelstrepen zetten. 

    Slide 19 - Slide

    Volgende les
    - Gaan we verder met het onderdeel grammatica!


    Slide 20 - Slide