This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Weten we het nog?
Slide 2 - Slide
In welke situatie stijgt je koopkracht?
A
Als je inkomen met 5% stijgt, terwijl er een inflatie is van 5%.
B
Als je inkomen met 5% stijgt, terwijl er een inflatie is van 6%.
C
Als je inkomen met 5% stijgt, terwijl er een inflatie is van 4%.
D
Als je inkomen met 2 % stijgt, terwijl er een inflatie is van 5%.
Slide 3 - Quiz
Geef een voorbeeld van een vrij goed.
Slide 4 - Open question
Noteer 2 marketingsinstrumenten
Slide 5 - Open question
Secundair inkomen =
A
Primair inkomen + belasting - uitkering
B
Primair inkomen - belasting - uitkering
C
Primair inkomen + uitkering - belasting
D
Primair inkomen + belasting + uitkering
Slide 6 - Quiz
Maak van onderstaande zin een economisch juiste tekst door het juiste woord te kiezen. Kies uit de woorden die tussen haakjes staan. Als de inkomensverschillen kleiner worden, verandert Lorenzcurve b in ...... (Lorenzcurve a / Lorenzcurve c ).
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Instructie
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Noteer de 3 functies van geld.
Slide 11 - Open question
Je hebt chartaal geld en giraal geld. Wat is chartaal geld?