10.7 Biotechnologie

Thema 10 DNA
B7: Biotechnologie
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 23 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Thema 10 DNA
B7: Biotechnologie

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kunt verschillende technieken en toepassingen van biotechnologie beschrijven.

Slide 2 - Slide

Klassieke biotechnologie
Technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten voor mensen te maken.

Het wordt al heel lang door mensen gebruikt:
- gist (bier, brood)
- kaas
- veredeling (selecteren en kruisen)

Slide 3 - Slide

Moderne biotechnologie
Nieuwe technologiën onstaan snel:
- Klonen (vanaf 1980 'Dolly')
- Genetische manipulatie
    > Recombinant DNA-techniek
        Zalm (groei), Muis (oor)
    > Organen kweken 
        aap met varkenshart, kweekvlees
    > Gentherapie
        CRISPR-CAS9

Slide 4 - Slide

Genetische modificatie 
Eigenschappen van organismen worden veranderd door een nieuw gen in te brengen of genen te wijzigen

Genetisch gemodificeerd organisme:
cisgeen: + DNA afkomstig van organisme van dezelfde soort
transgeen: + DNA afkomstig van organisme van een andere soort 

Slide 5 - Slide

Moleculaire technieken
 1. Recombinant-DNA-techniek
2. Genetische modificatie met virus
   of cDNA
  3. Antisense -DNA
  4. Knock-out gen
     Organen kweken 
    -  Gentherapie
        (CRISPR-CAS9)

Slide 6 - Slide

Belangrijke termen

Slide 7 - Slide

1. Recombinant DNA Techniek 
het veranderen van de nucleotide volgorde van het DNA in een organisme, door toevoeging van DNA van een ander organisme 

Genetisch gemodificeerd organisme: transgeen/gmo 
Op etiketten staat vaak de afkorting GM.
Transgeen: + gen andere soort
Cisgeen: + gen zelfde soort

Slide 8 - Slide

Restrictie-enzym
  • restrictie-enzym knipt DNA fragmenten uit DNA beide soorten
  • DNA-ligase plakt sticky ends aan elkaar

Slide 9 - Slide

GMO
Haantjes: fluorescerend ei
Kippen: ' normaal' ei
Selectie vergemakkelijkt

Slide 10 - Slide

2. Genetische modificatie met virus/ cDNA
Eiwit maken?
reverse transcriptase
mRNA met DNA
dna polymerase
ssDNA - dsDNA

Inbrengen in virus,
deze maakt eiwit

Slide 11 - Slide

cDNA = copyDNA of complementair DNA

Slide 12 - Slide

3. Antisense-DNA

Slide 13 - Slide

 Gebruik van antisense-DNA
Doel: remming vorming 'verkeerd' eiwit
- vorming van complementair mRNA 
- ontstaan ds-RNA, geen translatie, geen eiwit

toepassing: 
- onderzoeken functie van een gen
- uitschakelen expressie van een ziekteverwekkend gen 

Slide 14 - Slide

4. Knock-out gen
Doel: gen uitschakelen om 
functie gen te onderzoeken.
Check cellen door kweek op 
medium met antibiotica.
Cel inbrengen in muis,
fokken, juiste nakomeling

Slide 15 - Slide

Argumenten voor biotechnologie:

  • producten kunnen goedkoper worden
  • hogere opbrengsten in de landbouw (minder honger)
  • milieuvriendelijkere gewassen
  • medicijnen tegen ziektes

Argumenten tegen biotechnologie:

  • mens heeft het recht niet om te knippen en plakken met genen van andere organisme
  • maken van nieuwe soorten is niet natuurlijk 
  • kan gevaarlijk zijn voor de natuur, verspreiding gen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Aan de slag
Lees 10.7 Biotechnologie
Maak opdracht 84 t/m 92 (iig 87 t/m 91)


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Kloneren
Kunstmatig zorgen voor nakomelingen met hetzelfde genotype

Hoe:
- embryosplitsing
- celkerntransplantatie

Slide 20 - Slide

Klonen: embryosplitsing

Slide 21 - Slide

klonen: celkerntransplantatie

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video