H1 De tijd van Burgers en stoommachines

H1 tijd van burgers en stoommachines 
1 / 50
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

H1 tijd van burgers en stoommachines 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Engels landschap rond 1700

Slide 3 - Slide

Engels landschap rond 1800

Slide 4 - Slide

2 begrippen
Industrialisatie = De opkomst van de productie in fabrieken
Fabrieken = Grote werkplaatsen waar met machines producten gemaakt worden 


Slide 5 - Slide

Huisnijverheid 

Slide 6 - Slide

Van huisnijverheid naar industrie Engeland
Oorzaak:
- De bevolking steeg waardoor er meer vraag kwam naar kleding. De huisnijverheid kon dit niet aan. 

Voorwaardes:
- Er waren genoeg grondstoffen (uit de koloniën) 
- In GB was veel steenkool en ijzererts aanwezig 



Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Industrie in Nederland 1860
- De eerste fabrieken kwamen in Twente 
1. In Twente was er al veel huisnijverheid
2. In Twente wilden veel mensen voor weinig geld in fabrieken werden 

Gevolgen in Nederland:
1. Er werden kanalen en spoorwegen aangelegd --> vervoer goederen
2. In Limburg kwamen steelkoolmijnen --> Zelfvoorzienend in grondstoffen

Slide 16 - Slide

De industriële revolutie had 5 grote gevolgen

Slide 17 - Slide

1. Het landschap veranderde sterk

Slide 18 - Slide

2. Steden groeiden 

Slide 19 - Slide

3. Er kwam een nieuwe groep in de samenleving: Arbeiders

Slide 20 - Slide

4. Luchtverontreiniging

Slide 21 - Slide

5. Het begin van de moderne tijd

Slide 22 - Slide

Zelfstandig werken
Maak alle opdrachten van H1.1
Kijk alle opdrachten na
Verbeter je fouten 

Slide 23 - Slide

H1.2
Leven in een industriestad

Slide 24 - Slide

- Volgende week keuze SO H1.1 en H1.2!!!

Slide 25 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt werk- en leefomstandigheden van arbeiders beschrijven
- Je kunt de werk- en leefomstandigheden van de gegoede burgerij beschrijven
- Je kunt twee belangrijke ideeën noemen die liberalen in de 19e eeuw hadden op het gebied van bestuur en economie

Slide 26 - Slide

De klassensamenleving 

Slide 27 - Slide

De gegoede burgerij
= Mensen met veel geld (fabriekseigenaar, bankier, advocaten)

Hun leven wat goed:
- Mooie, grote huizen en schone wijken
- Goede hygiëne 
- Geld voor goed eten en schoon drinkwater
- Kinderen konden naar school
- Vrouwen werkten niet, hadden personeel

Slide 28 - Slide

Middenklasse 
= Beroep waar een opleiding voor nodig was, maar niet mega veel verdiende (winkeliers, onderwijzer, kantoorpersoneel)

- kinderen gingen naar school
- Woonden in prima huizen 
- konden een opleiding volgen 

Slide 29 - Slide

De werkomstandigheden in de fabrieken waren slecht

1. Lage lonen
2. lange werkdagen
3. Vieze lucht, smerig, geluidsoverlast
4. Erg gevaarlijk werk
5. Bij protesten werd je op staande voet ontslagen 

Slide 30 - Slide

De woonomstandigheden waren ook slecht!
1. Huizen waren klein en van slechte kwaliteit
2. Geen stromend water en riolering --> veel ziektes 
3. Vieze lucht door huis naast de fabriek
4. Armoede waardoor kinderen moesten werken ipv naar school kunnen

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

De politiek deed niks om de woon en werkomstandigheden te verbeteren!!!!!!

Slide 34 - Slide

Liberalisme 
  • Politieke stroming
  • Vrijheid is belangrijk
  • De rijke burgers waren voornamelijk liberaal
  • De overheid moet zich niet met de economie bemoeien! Veel vrijheid voor ondernemers 
  • Vrijheid van mening en geloof is goed
  • Alleen de rijke mensen moeten kiesrecht hebben 

Slide 35 - Slide

Zelfstandig werken
- Maak alle opdrachten van H1.2

Wil niet niet aftekenen? 
- Maak een samenvatting
- Maak een tijdlijn
- Maak de opdrachten

Slide 36 - Slide

H1.3
Arbeiders gaan samenwerken 

Slide 37 - Slide

Socialisme 
  • Politieke beweging
  • Kwam op voor de arbeiders
  • Karl Marx was de grondlegger -> geloofde in een revolutie
  • De gematigde stroming is de sociaaldemocratie
  •  Via wetgeving verandering brengen
  • Leef en werkomstandigheden verbeteren 
  • Via vakbonden verenigen en staken

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Alleen rijke mannen hadden kiesrecht en zij stemden vrijwel altijd op de liberale partijen. Het was hierdoor erg moeilijk om de arbeiders vertegenwoordigd te krijgen in het parlement!

Slide 40 - Slide

Staking

Slide 41 - Slide

De sociale kwestie
  • Groeiende armoede onder de arbeidersklasse = sociale kwestie
  • Niet alleen de socialisten maar ook de liberalen (bang voor opstanden) wilden de sociale kwestie oplossen 
  • De eerste sociale wetten werden ingevoerd
  1. Kinderwetje van houten
  2. Woningeisen
  3. leerplichtwet
  4. Aanleg riolering en water

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Video

SDAP
De socialisten wilden invloed in de politiek. In 1894 richten ze hun eigen politieke partij op: SDAP.
Sociaal Democratische Arbeiders Partij. 
Wat wilden ze?
  1. kortere werktijden
  2. Hogere lonen
  3. Algemeen kiesrecht

Slide 44 - Slide

Langzaam verbetering


  • 1917: Algemeen Kiesrecht voor mannen -> alle mannen mogen stemmen

  • 1919: Algemeen kiesrecht voor vrouwen -> alle mannen en vrouwen mogen stemmen

Slide 45 - Slide

Leg uit welke idealen de liberalen hadden op politiek en economisch gebied

Slide 46 - Open question

Leg uit wat het socialisme inhoud en leg uit hoe hier twee stromingen in zijn ontstaan

Slide 47 - Open question

Noem drie sociale wetten

Slide 48 - Open question

Opdrachten Havo
Maak van H4.1 opdracht 4 t/m 11

Maak van H4.2 opdracht 3, 4, 6, 7, 11 en 12
Maak van H4.4 opdracht 1, 2, 3 + 6 t/m 11

Slide 49 - Slide

Opdrachten VWO
Maak van H4.1; 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 13, 14 en 15
Maak van H4.2; 5, 6, 7, 8, 9, 12, 13, 14 en 15
Maak van H4.4; 3, 4, 6 t/m 12

Slide 50 - Slide