Wechselpräpositionen

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Die Wechselpräpositionen

der Tisch (m)

Das Buch liegt auf dem Tisch.

Ich lege das Buch auf den Tisch.

Het boek ligt op de tafel.

Ik leg het boek op de tafel.

Welke voorzetsels horen bij welke categorie? Slepen maar!

Präpositionen mit dem Dativ

Präpositionen mit dem Akkusativ

durch 

nach

entgegen

mit

für

ohne

bei

zu

seit

bis

von

um

aus

gegen

gegenüber

außer

Das Programm

- Vorkenntnisse abfragen

- ein bisschen Theorie

- üben, üben, üben

- Puzzel

Wechselpräpostionen: Als er sprake is van een dezelfde situatie, welke naamval krijg je dan?

1. (3e naamval)Dativ
2. (4e naamval)Akkusativ

Wechselpräpostionen: Als er sprake is van een veranderende situatie, welke naamval krijg je dan?

1. (3e naamval)Dativ
2. (4e naamval)Akkusativ

An welch…… Tag haben wir die Prüfung?

1. (3e naamval)Dativ
2. (4e naamval)Akkusativ

Wiederholung 

Die Wechselpräpositionen regieren entweder den Dativ oder den Akkusativ.

Dativ (3e/Derde naamval):  

• Dezelfde situatie (fotomoment) 
• wanneer  

Akkusativ: (4e/Vierde naamval)

• Veranderdende situatie (filmmoment)

7 /2 regel:

7 Präpositionen regieren den Dativ > an, hinter, in, neben, unter, vor, zwischen

2 Präpositionen regieren den Akkusativ > auf, über

z.B.

Wir freuen uns auf d... Wochenende.

> wo? wann? wohin? geen antwoord

> figuurlijk letterlijk maken. Geen antwoord

> 7/2 > Akkusativ

Kombinationen:

bis + Wechselpräposition (an, auf, hinter, usw.) > Akkusativ

bis vor in einer Zeitbestimmung > Dativ

bis zu > Dativ

Der Baum steht neben d…… Haus.

1. (3e naamval)
2. (4e naamval)

Ich schwimme in d…… Wasser.

1. (3e naamval)
2. (4e naamval)

Ich gehe in d…… Kino.

1. (3e naamval)
2. (4e naamval)

Ich schaue über d…… Mauer.

1. (3e naamval)
2. (4e naamval)

Terugblik

- Wanneer 3e naamval

- Wanneer 4e  naamval

- 7/2 regel