Tekstverbanden en signaalwoorden

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

3TL
dinsdag 16 april 

Slide 2 - Slide

Deze les
Startopdracht
Instructie - signaalwoorden en tekstverbanden
Gezamenlijk oefenen

Nakijken huiswerk - woordenschat
Huiswerk maken/ verlengde instructie

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Verbanden en signaalwoorden
hoofdstuk 3 

Slide 6 - Slide

DOEL


- je kunt met behulp van signaalwoorden opsommingen, tegenstellingen en voorbeelden in een tekst herkennen en begrijpen.

tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 7 - Slide

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

OPSOMMING

herken je aan signaalwoorden zoals:

  • ten eerste, ten tweede, ten slotte
  • om te beginnen
  • ook (nog)
  • verder
  • en
  • dubbele punt (:)
  • liggende streepje (-)
  • getallen (1, 2, 3)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

 TEGENSTELLING

herken je aan signaalwoorden zoals:

  • tegenover
  • maar
  • hoewel
  • echter
  • toch
  • aan de ene kant ... aan de andere kant



Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

TOELICHTING/ VOORBEELD

herken je aan signaalwoorden zoals:

  • bijvoorbeeld
  • zo
  • zoals
  • denk aan
  • neem nou
  • onder andere


Slide 14 - Slide



Signaalwoorden van tegenstelling


Signaalwoorden van voorbeeld


Signaalwoorden van opsomming
zo
maar
en
ten eerste
zoals
toch

Slide 15 - Drag question

Welke twee verbanden staan in alinea 3?

Slide 16 - Open question

Wat is het verband tussen de eerste en de tweede zin van alinea 6?
A
voorbeeld
B
opsomming
C
tegenstelling

Slide 17 - Quiz

GELEERD?


- je kunt met behulp van signaalwoorden opsommingen, tegenstellingen en voorbeelden in een tekst herkennen en begrijpen.

tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 18 - Slide

Huiswerk
Kijk opdracht 2 en 4 op bladzijde 55, 56 en 57 van je werkboek na.

Maak opdracht 1 en 2 op bladzijde 69, 70 en 71. 





Slide 19 - Slide