woordenschat Taalcompleet A1 thema 1 deel 1

• NT2
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Woorden thema 1 deel 1

De woorden

1. getrouwd

2. de kinderen

3. groeten

4. de mevrouw

5. tot ziens

6. de dochter/ de zoon

7. de familie

8. de ouders

9. het meisje

10. praten

11. de kleinkinderen

12. de zin

13. het woord

14. de letter

getrouwd

De leerlingen associëren. 

getrouwd

De man en de vrouw zijn getrouwd.

de kinderen

de kinderen

De kinderen spelen.

groeten

Ik groet de lerares.

de mevrouw

Dit is mevrouw Jansen.

tot ziens

Ik zwaai en 

zeg: 'tot ziens!'

de dochter/
de zoon

de dochter/ de zoon

Mijn dochter is 6 jaar.

de familie

de familie

Ik heb een grote familie.

de ouders

Mijn ouders zijn

 25 jaar getrouwd.

het meisje

Het meisje draagt een gele jurk.

praten

Ik praat met mijn zus.

de kleinkinderen

Mijn oma heeft 6 kleinkinderen.

de letter

De eerste letter van mijn naam is V.

het woord

Deze zin heeft

 vijf woorden.

de zin

Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.

letter: A

woord: appel

zin: De appel is lekker.

Wat is dit?

Maak een zin met het woord
'praten'

Wat is dit?

Wat is dit?

Maak een zin met het woord
'het meisje'

Wat is dit?

Maak een zin met het woord
'de mevrouw'

Wat is dit?

Maak een zin met het woord
'getrouwd'

Opdracht

Maak nu de opdracht in de Classroom.

SUCCES!