V4 W15

1 / 27
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 27 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Zeit zum Lesen (10 Min.)

Slide 2 - Slide

Idioomtoets
Zuerst die Prüfung und dann lesen






timer
20:00

Slide 3 - Slide

Programm
  • Prüfung/lesen (20 Min.)
  • Prüfung besprechen Lesefertigkeit (25 Min.)
Ziele
Ich erkenne die Wörter aus Lektion 6 von Kapitel 3.


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Nächstes Mal bei Deutsch...
Examentraining (leestoets toetsweek)

Slide 9 - Slide

Zeit zum Lesen (10 Min.)

Slide 10 - Slide

Programm
  • Lesen (10 Min.)
  • Jojo (5 Min.)
  • Trappen van vergelijking (10 Min.)
  • Machen: K4 L1 9, 10, 11 S. 155 (20 Min.)
Ziele
B1 Ich kann die Hauptinhalte von Fernsehsendungen zu vertrauten Themen erfassen, wenn sie relativ langsam und klar präsentiert werden.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

de overtreffende trap
In het Duits maak je de overtreffende trap door voor het woord (stellende trap) am te zetten en -sten achter het woord:

am kleinsten

Slide 16 - Slide

Let op !:


Woorden die eindigen op -d, -t of -s klank (-s,-ss,-ß, z, sch) krijgen in de overtreffende trap: esten!:

stellende trap: spät
vergrotende trap: später
overtreffende trap: am spätesten

Slide 17 - Slide

uitzonderingen zijn:

goed        gut         besser       am besten
veel           viel        mehr         am meisten
graag       gern      lieber         am liebsten
groot        groß      größer       am größten
hoog         hoch      höher      am höchsten

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

vergelijkingen van gelijke waarden
Vergelijkingen van iets of iemand met iets of iemand dat van gelijke waarde is, benoem je als volgt:
Das Auto von meinem Bruder und das Auto von mir sind gleich (even)groß.
of
Das Auto von meinem Bruder ist genauso (even/net zo)groß wie mein Auto.

Hier wordt het bijvoeglijk naamwoord in de basisvorm gebruikt.

Slide 22 - Slide

groen=
  • grün
  • grüner
  • am grünsten

goedkoop=
  • billig
  • billiger
  • am billigsten
Noteer in het Duits van beide woorden de stellende, vergrotende en overtreffende trap.

Slide 23 - Slide

Zeit zum Lesen (10 Min.)

Slide 24 - Slide

Programm
  • Lesen (10 Min.)
  • Jojo (5 Min.)
  • Hören: K4 L1 5 S.150 (15 Min.)
  • Prinzen (15 Min.)
Ziele
B1 Ich kann die Hauptinhalte von Fernsehsendungen zu vertrauten Themen erfassen, wenn sie relativ langsam und klar präsentiert werden.ll

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video