Stage Nederlands

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Poëzie

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Poëzie definitie
  • Heel brede definitie
  • De verzamelnaam voor alle soorten gedichten. ​
  • Hoe zou de schrijver daarvan heten?​
  • Tekst zo mooi, treffend of origineel mogelijk te maken. ​
  • Verschillende manieren: gedichten heel vrij. ​
  • Vorm ze een beetje hoe je wil - wel dingen gemeen
    (bepaald ritme en regels.) ​
  • Dichters kunnen ook spelen met de vorm van gedichten

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Moet een gedicht altijd rijmen? Waarom wel/niet?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Proza gedicht
Rijmt niet.
Alsof iemand plots
Op een lichtschakelaar heeft geduwd
Zo ineens is het donker
Je weet dat het komt
En toch verbaast het je
Mijn hoofd en de wintermaanden zijn daarin hetzelfde
Ik denk dat het geheim is
Blijven zoeken naar dingen
Die licht geven. 


Dansjes door de kamer,
een kaart bij de post,
likjes van het taartdeeg,
een probleempje opgelost,
Niet groots, niet insta-proof,
haast vergeetwaardig klein,
toch zijn dat de grote dingen
die je dag fijn
laten zijn
Alsof iemand plots
Op een lichtschakelaar heeft geduwd
Zo ineens is het donker

Je weet dat het komt
En toch verbaast het je
Mijn hoofd en de wintermaanden zijn daarin hetzelfde
 
Ik denk dat het geheim is
Blijven zoeken naar dingen
Die licht geven. 
Welk gedicht is een prozagedicht
Alsof iemand plots
Klein

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Welk gedicht is een prozagedicht?
A
Alsof iemand plots
B
Klein

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat voel je hierbij? Welke gevoelens roept dit gedicht op? (Wat zou de dichter hebben gevoeld)

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Wat zou een goede titel zijn voor dit gedicht?

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

Precies goed

Slide 14 - Slide

Herhaling: refrein
Gewone rijm: terrein - zijn
Klankrijm/ halfrijm: kent - hebt - ben
- (alleen de klankjes komen overeen).

Slide 15 - Slide

This item has no instructions