Herhaling H2

Herhalingsles H2
Klas: 3HV
Lesgevende docent: meneer Elbert
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EconomieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhalingsles H2
Klas: 3HV
Lesgevende docent: meneer Elbert

Slide 1 - Slide

Waar hebben we het over gehad?

Slide 2 - Mind map

Servicegraad
Servicegraad = de mate waarin de onderneming gedurende een periode aan de vraag van de afnemers kan voldoen.

Slide 3 - Slide

Bestelpunt
Bestelpunt = is het punt waarop een onderneming een nieuwe bestelling moet plaatsen om voorraadtekorten te voorkomen.

Slide 4 - Slide

Voorraadkosten
Voorraadkosten = rentekosten, ruimtekosten, risicokosten (3 r's)
Het aanhouden van een voorraad brengt risico's met zich mee die geld kunnen kosten. 

Slide 5 - Slide

Omzetsnelheid en omzetduur
Omzetsnelheid = de omzetsnelheid is het aantal keren dat de gemiddelde voorraad in een bepaalde periode wordt verkocht.
Omzetduur = geeft de tijd aan die nodig is om de gemiddelde voorraad in één keer om te zetten in geld.

Slide 6 - Slide

Voorraad 01-01-2022: €35.000
Voorraad 01-04-2022: €40.000
Voorraad 01-08-2022: €20.000
Voorraad 01-12-2022: €25.000
Wat is de waarde van de tussenliggende voorraad?
A
€35.000
B
€60.000
C
€95.000
D
€75.000

Slide 7 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van voorraadkosten?
A
huur van het magazijn, onderhoudskosten, energiekosten
B
productiekosten, grondstoffen, zonnepanelen
C
bestelkosten, transportkosten en loonkosten
D
productiekosten, bestelkosten en loonkosten

Slide 8 - Quiz

De slijterij heeft 10 kratten bier verkocht. De servicegraad is hier 50%.
Hoeveel kratten bier kan de slijterij verkopen bij een servicegraad van 75%?
A
20
B
15
C
17
D
18

Slide 9 - Quiz

Wat zegt de omzetsnelheid?
A
Geeft de tijd aan die nodig is om de gemiddelde voorraad om te zetten in geld.
B
Geeft de tijd aan die nodig is om de voorraad om te zetten in geld.
C
Geeft aan hoe vaak de gemiddelde voorraad in een bepaalde periode wordt verkocht.
D
Geeft aan hoe vaak de voorraad in een bepaalde periode wordt verkocht.

Slide 10 - Quiz