Directe en indirecte rede (oefenen)

Directe en indirecte rede


Uitleg
Oefenen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Directe en indirecte rede


Uitleg
Oefenen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Uitleg
Geef per zin steeds aan of die zin in de directe rede of indirecte rede staat.

Slide 3 - Slide

De boze stiefmoeder vroeg aan de spiegel wie de mooiste van het land is.

A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 4 - Quiz

De spiegel antwoordde: "U bent de mooiste van het land."

A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 5 - Quiz

"Breng Sneeuwwitje naar het bos en dood haar!" sprak de boze koningin.


A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 6 - Quiz

De jager zei tegen Sneeuwwitje dat ze ver weg moest lopen.



A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 7 - Quiz

De dwergen vroegen verbaasd: "Wie heeft er soep voor ons gekookt?“



A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 8 - Quiz

Sneeuwwitje zei dat zij dat had gedaan.



A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 9 - Quiz

De dwergen riepen dat ze er erg blij mee waren.



A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 10 - Quiz

"Als je wilt, mag je bij ons blijven wonen." zeiden de dwergen.




A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 11 - Quiz

"Dat wil ik heel graag." antwoordde Sneeuwwitje.





A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 12 - Quiz

En de dwergen zeiden dat ze heel goed op Sneeuwwitje zouden passen.






A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 13 - Quiz