H1.1 les 5 dichtheid - omrekenen eenheden

H1 Stoffen en materialen
Les 5 Dichtheid - omrekenen eenheden

NOVA 3H H1.1
Materiaal- en stofeigenschappen
Leg klaar:
schrift + pen
rekenmachine
(laptop in je tas)
1 / 25
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H1 Stoffen en materialen
Les 5 Dichtheid - omrekenen eenheden

NOVA 3H H1.1
Materiaal- en stofeigenschappen
Leg klaar:
schrift + pen
rekenmachine
(laptop in je tas)

Slide 1 - Slide

Open Dag 6 oktober
Wie wil er helpen bij het vak scheikunde?
Je helpt leerlingen uit groep 7 en 8 met proefjes en geeft uitleg
blok 1 = 15:30 - 18:00 uur
blok 2 = 18:00 - 21:00 uur
Opgeven bij de docent (mma@hetstreek.nl)

Slide 2 - Slide

huiswerk bespreken
opgave 5a

Slide 3 - Slide

huiswerk bespreken
opgave 5d
in deze opgave zijn de eenheden niet allemaal hetzelfde - we moeten ze eerst leren omrekenen
Bij wie is de opgave toch gelukt?

Slide 4 - Slide

Na afloop van deze les
kun je de eenheden van massa omrekenen
kun je de eenheden van volume omrekenen
kun je de eenheid van dichtheid omrekenen

Slide 5 - Slide

metriek stelsel massa
Massa:
Dit rijtje leerde je op de basisschool
Bij scheikunde gebruiken we meestal maar 3 eenheden

Slide 6 - Slide

metriek stelsel massa
Massa:
De omrekenfactor tussen de eenheden van massa is bij scheikunde dus altijd x1000 of :1000

Slide 7 - Slide

100 g = ... kg
A
0,01 kg
B
10 kg
C
0,1 kg
D
1000 kg

Slide 8 - Quiz

540 mg = ... g
A
540 000 g
B
54 g
C
5400 g
D
0,54 g

Slide 9 - Quiz

metriek stelsel volume / inhoud
volume:
Ook van dit rijtje gebruiken we bij scheikunde maar 3 eenheden. Hoe groot is dus de omrekenfactor?

Slide 10 - Slide

1 L = ... dm³
A
0,1 dm³
B
1 dm³
C
10 dm³
D
100 dm³

Slide 11 - Quiz

500 ml = ... cm³
A
50
B
0,5
C
500
D
5000

Slide 12 - Quiz

530 cm³ = ... dm³
A
0,53 dm³
B
5,3 dm³
C
53 dm³
D
5300 dm³

Slide 13 - Quiz

ONTHOUD:
NOTEER & LEER

Slide 14 - Slide

Bij het omrekenen van massa geldt:
als de eenheid kleiner wordt, wordt het getal groter (x1000)
als de eenheid groter wordt, wordt het getal kleiner (:1000)

dit geldt ook voor het omrekenen van volume
NOTEER & LEER

Slide 15 - Slide

Bij het omrekenen van volume geldt:
als de eenheid kleiner wordt, wordt het getal groter (x1000)
als de eenheid groter wordt, wordt het getal kleiner (:1000)


NOTEER & LEER

Slide 16 - Slide

Dichtheid
 =    massa 
      volume

Slide 17 - Slide

Dichtheid (formule)
ρ=Vmm=ρVV=ρm
ρ=dichtheid(kg.m3ofm3kg)
m=massa(kg)
V=volume(m3)
in opgaven staan vaak andere eenheden, dus moet je de eenheid van dichtheid kunnen omrekenen

Slide 18 - Slide

Bij het omrekenen van massa en volume geldt:
als de eenheid kleiner wordt, wordt het getal groter (x1000)
als de eenheid groter wordt, wordt het getal kleiner (:1000)

LET OP: deze regel geldt NIET voor het omrekenen van de dichtheid (= massa / volume), want die bestaat uit twee eenheden die je op elkaar deelt!
NOTEER & LEER

Slide 19 - Slide

Voorbeeld
Laat zien dat:     186 kg / m3 = 0,186 kg / dm3
NOTEER & LEER

Slide 20 - Slide

Voorbeeld
Laat zien dat:     6,74 x 103 kg / m3 =  6,74 x 106 g / m3
NOTEER & LEER

Slide 21 - Slide

En nu jij ...
Laat zien dat:     7,5 kg / m3 = 0,0075 g / cm3
NOTEER & LEER

Slide 22 - Slide

Maak nu deze opgave
opgave 5d





Was de opgave al gelukt? Ga dan verder met 9b en 9d

Slide 23 - Slide

H1.1  opgave 9 b en d

Slide 24 - Slide

eigen werk
oefen met omrekenen van eenheden en rekenen met dichtheid
Maak de opgaven op het stencil en opgave 9b en 9d van H1.1

Slide 25 - Slide