1. Maak een lijstje van 12 woorden bij een thema.
2. Schrijf achter deze woorden een synoniem.
3. Maak met de woorden een kruiswoordpuzzel op ruitjespapier.
4. Schrijf de synoniemen naast je kruiswoordpuzzel.
5. Laat de kruiswoordpuzzel maken door een ander klasgenootje.