Curcus 5.2 deel 2

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 5: 

Mensen en regels

T

Cursus 5.2 deel 2:

Monniken en ridders

Tijdvak 4: Monniken en ridders (500-1000)

Periode 2: Middeleeuwen (500-1500)

Lesplanning 

Aanwezigheid en boekencontrole

Mededelingen: 

Uitleg van cursus 5.2 'Monniken en ridders'

Maak van cursus 5.2 'Monniken en ridders' vraag 7 t/m 13 van boek B

Lesdoelencheck

Vooruitblik op de volgende les

Lesdoelvragen van deze les

1. Je kunt uitleggen waar Willibrord voor gezorgd heeft in Nederland.
2. Je weet welke 3 groepen er in de tijd van de monniken en ridders bestonden.
3. Je kunt de 4 plichten van de horigen noemen.

Willibrord

• Hij leefde rond het jaar 730 in Nederland. 
  

• In de tijd van Willibrord geloofden veel mensen in verschillende goden. 
  

• Vanuit Utrecht reisde hij door Nederland om de mensen over Jezus Christus te vertellen.  
  

• Willibrord bekeerde veel mensen in Nederland tot het christendom. 
  

Waar zorgde Willibrord voor?

Geestelijken

Geestelijken: mensen die de hele dag met hun geloof bezig zijn.

2 soorten geestelijken: 

• Priesters (werken in de kerk en preken op zondag) 
  

• Monniken (mannen) en nonnen (vrouwen). Ze leven afgezonderd in een klooster en werken en bidden de hele dag).
  

Heren en horigen

Horigen: boeren die weinig vrijheid kenden en ‘hoorden’ bij het land.

Horigen hadden 4 plichten:

1. Mochten het land van hun heer niet verlaten; 
   
2. Een deel van de oogst afstaan als belasting; 
   
3. Op feestdagen extra geschenken geven; 
   
4. Allerlei klusjes doen voor hun heer. 
   

In ruil hiervoor kregen ze bescherming tegen gevaar. Dit was hun recht.
.

Wat kregen de horigen in ruil voor hun 'klusjes'?

3 groepen

Als je in de tijd van monniken en ridders leefde hoorde je bij een van de 3 groepen:

1. Edelen (de mensen van adel: graven, koningen e.d.)
2. Geestelijken (de mensen van de kerk: monniken, priesters)
3. Boeren en horigen

Groep 1 en 2 was maar een klein deel van de bevolking

Welke 3 groepen zijn er?

Aan het werk

Wat: lees en maak van cursus 5.2 'Monniken en ridders' vraag 7 t/m 13 (blz. 61 t/m 63)

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp:   tekst, lees goed!

              buurman/buurvrouw naast je

              de docent

Klaar: laten controleren en ga daarna nakijken!

Tijd: 5 min voor de bel