Uitgevers TLH HFSTK 4, 5

Uitgevers TLH HFSTK 4, 5
oefentoets
1 / 24
next
Slide 1: Slide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsHBOStudiejaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Uitgevers TLH HFSTK 4, 5
oefentoets

Slide 1 - Slide

Schrijf in het Spaans (TRAERSE)
Brengt u ons twee koffie met melk.

Slide 2 - Open question

Schrijf in het Spaans (TENER GANAS)
Ik heb zin in

Slide 3 - Open question

Vul in: (me / te / le / nos / os / les) + gusta/gustan
A Antonio ________ _______ el pescado.

Slide 4 - Open question

Vul in: me / te / le / nos / os / les + gusta/gustan
________ _______ estos restaurantes. (wij).

Slide 5 - Open question

Vul in: me / te / le / nos / os / les + gusta/gustan
¿A ustedes ________ _______ este restaurante?
(u – meervoud)

Slide 6 - Open question

Vertaal in het Spaans:
Mijn vader houdt niet van pescado

Slide 7 - Open question

Vertaal in het Spaans: Andres houdt van koffie met melk

Slide 8 - Open question

Bedenk zelf een anwtoord. Wees creatief:
¿Qué quiere beber?

Slide 9 - Open question

Bedenk zelf een anwtoord. Wees creatief:
¿Quiere un postre?

Slide 10 - Open question

Bedenk zelf een anwtoord. Wees creatief:
Le traigo el menú.

Slide 11 - Open question

Bedenk zelf een anwtoord. Wees creatief:
¿Todo estuvo a su gusto?

Slide 12 - Open question

Antwoord deze vraag met: Está/ están bueno,a, os, as. ¿Qué tal el arroz? →
El arroz _______________ rico.

Slide 13 - Open question

Antwoord deze vraag met: Está/ están bueno,a, os, as.

¿Qué tal los postres?
Los postres _______________ deliciosos

Slide 14 - Open question

Verbind het worod met de juiste vertaling.
frío, picante, soso, salado, pikant, flauw, zout
koud

Slide 15 - Open question

¿Has probado la carne? → Sí, ________________ he probado.
A
la
B
lo
C
los
D
las

Slide 16 - Quiz

¿Tienes el menú? → Sí, ________________ tengo.
A
la
B
lo
C
los
D
las

Slide 17 - Quiz

Zet het gesprek in de juiste volgorde:
1.No, no tengo.
2.De primero la ensalada, de segundo pescado.
3.¿Desea postre?
4.No, gracias, solo café.
5.No hay problema, síganme por favor.
6.¿Qué desea beber?
7.Para mí un agua, por favor.
8.¿Qué desea comer?
9.Buenas noches. ¿Tiene reserva?
10.La cuenta por favor.


Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Drag question

Zet het gesprek in de juiste volgorde:
1.No, no tengo.
2.De primero la ensalada, de segundo pescado.
3.¿Desea postre?
4.No, gracias, solo café.
5.No hay problema, síganme por favor.
6.¿Qué desea beber?
7.Para mí un agua, por favor.
8.¿Qué desea comer?
9.Buenas noches. ¿Tiene reserva?
10.La cuenta por favor.


Slide 21 - Open question

Je verwelkomt de gasten.

Slide 22 - Open question

Je geeft de gasten de menukaart.

Slide 23 - Open question

Je vraagt wat ze als nagerecht willen.

Slide 24 - Open question