§11.3 Enzymen

§11.3 Enzymen
-klein quizje
- uitleg enzymen
- bouw eiwitten
- verteringsenzymen

1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

§11.3 Enzymen
-klein quizje
- uitleg enzymen
- bouw eiwitten
- verteringsenzymen

Slide 1 - Slide

Welke atoomsoort komt niet voor in glucose?
A
C
B
H
C
N
D
O

Slide 2 - Quiz

Welke stof is niet organisch?
A
Glucose
B
aminozuur
C
vitamine C
D
Keukenzout

Slide 3 - Quiz

Sleep de koolhydraat moleculen van klein naar groot.
BINAS 67
1
2
4
3
ribose
lactose
glucose
cellulose

Slide 4 - Drag question

Hoe worden de bouwstenen van eiwitten (proteïnen) genoemd?
A
aminozuren
B
nucleotide
C
monosacchariden
D
vetzuren

Slide 5 - Quiz

Welk enzym zorgt voor de afbraak van eiwitten en waar begint de eiwit vertering?
A
peptase, maag
B
peptase, dunnen darm
C
amylase, dunne darm
D
amylase, mondholte

Slide 6 - Quiz

Welke stoffen ontstaan bij de vertering van vetten?
A
aminozuren en glycerol
B
vetzuren en glycogeen
C
vetzuren en glycerol
D
aminozuren en glycogeen

Slide 7 - Quiz


Waar wordt gal gemaakt?
A
In de galblaas
B
In de lever
C
In de dunne darm
D
In de alvleesklier

Slide 8 - Quiz

Via welk bloedvat worden de meeste verteerde voedingsstoffen het eerst vervoerd.
A
onderste holle ader
B
darmslagader
C
leverslagader
D
poortader

Slide 9 - Quiz

Welke voedingsstoffen worden niet vervoerd via de poortader?
A
vetten
B
koolhydraten
C
zouten
D
aminozuren

Slide 10 - Quiz

enzymen
Zijn zelf allemaal eiwitten                      Bio-katalysator

Enzym verlaagt de activerings energie van een reactie.
=> sneller en bij lagere temp

Slide 11 - Slide

substraat molecuul
actieve plaats
enzym substraat complex
Slot sleutel principe = substraat past op de actieve plaats

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Enzymen
- zijn specifiek = ze kunnen maar 1 specifieke reactie versnellen

- zijn na de reactie over, onveranderd => opnieuw te gebruiken
Reacties om stoffen af te breken of om op te bouwen.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Lage temp => lagere reactie snelheid

Hoge temp => denaturatie van eiwitten => enzymen stuk

Slide 16 - Slide

De werking van de enzymen en dus de stofwisseling van koudbloedige dieren is afhankelijk van de temp.

Slide 17 - Slide

Optimum temperatuur

Optimum pH

Slide 18 - Slide

BINAS 67H 1 en 2
Bouw van aminozuren en eiwitten. (alle enzymen zijn eiwit!)
aminozuur

Slide 19 - Slide

Om hier weer losse aminozuren van te maken is H2O nodig = hydrolyse ( = afbraak waar H2O nodig is)

Als uit losse aminozuren een eiwit wordt gemaakt komt steeds H2O vrij = condensatie (condens, water)

Slide 20 - Slide

vertering en enzymen  Binas 82 F en G
eiwit vertering
- maagsap: pepsinogeen = pro-enzym van eiwit verterend enzym pepsine (peptase)
- alvleessap: trypsinogeen, en chymotrypsinogeen
= pro-enzym van trypsine en chymotrypsine
- dunne darmsap:  endopeptidase, ectopeptidase en dipeptidase

Slide 21 - Slide

82 G

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Vertering en enzymen BINAS 82 F en G

koolhydraat vertering
- speeksel: amylase
- alvleessap: amylase
- dunne darm sap: lactase, saccharase, maltase en isomaltase

Slide 24 - Slide

82G
BINAS 67 F 1,2 en 3  Monosachariden, disachariden en polysachariden

Slide 25 - Slide

Vertering en enzymen BINAS 82 F en G

vetvertering
maagsap: bij baby's, lipase
alvleessap: lipase
gal: galzuren (galzouten): emulgator van vet, geen enzym!!

Slide 26 - Slide

BINAS 82G

Slide 27 - Slide

biotechnologie en enzymen
Microbial enzymes have an indispensable role in producing foods, pharmaceuticals, and other commercial goods. Many novel enzymes have been reported from all domains of life, such as plants, microbes, and animals. 

Bron: national library of medicin

Slide 28 - Slide