Piet Paaltjens' Snikken en grimlachjes

1 / 26
next
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

This item has no instructions

Kijk- (en luister)opdracht
Waar gaat het gedicht over?
Kenmerkend Romantiek?
En licht je antwoord toe :)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

Zelfmoordenaar door Dave von Raven (Kik)
timer
3:00
Wat is
kenmerkend voor zijn werk?
Probeer minimaal
drie kenmerken te noemen.
Je mag de Reader (blz. 46-50) raadplegen!

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Een paar kenmerken...
De dubbelganger/ alter ego geeft zich over aan het verlangen naar oprechte vriendschap en liefde
Maar: schijn bedriegt
Verwarrende poëzie: hoe serieus moeten we Piet Paaltjens nemen?
Is zijn poëzie pure Romantiek of maakt hij die juist belachelijk?
Mix van humor en diepe melancholie

Waarom noemt hij de blonde engel Rika (blz. 49-50)?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions



Aan Rika


Slechts éénmaal heb ik u gezien. Gij waart
Gezeten in een sneltrein, die de trein
Waar ik mee reed, passeerde in volle vaart.
De kennismaking kon niet korter zijn.


En toch, zij duurde lang genoeg om mij,
Het eindloos levenspad met fletse lach
Te doen vervolgen. Ach! geen enkel blij
Glimlachje liet ik meer, sinds ik u zag.


Waarom hebt gij van dat blonde haar,
Daar de englen aan te kennen zijn? En dan,
Waarom blauwe ogen, wonderdiep en klaar?
Gij wist toch, dat ik daar niet tegen kan!


En waarom mij dan zo voorbijgesneld,
En niet, als 't weerlicht, 't rijtuig opgerukt,
En om mijn hals uw armen vastgekneld,
En op mijn mond uw lippen vastgedrukt?


Gij vreesdet mooglijk voor een spoorwegramp?
Maar, Rika, wat kon zaalger voor mij zijn,
Dan, onder hels geratel en gestamp,
Met u verplet te worden door één trein?


Piet Paaltjens
1835-1894

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Piet Paaltjens alias 
Francois Haverschmidt
Dichter en predikant (1835-1894)
  • Schrijft over emoties: de pijn van het leven (Weltschmertz)  en het verlangen naar liefde en schoonheid (Sehnsucht) 
  • Stijl: cynisch, ironisch, humoristisch 
  • Veel contrasten: leven versus dood, liefde versus eenzaamheid etc.


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Waarom zou hij zijn bundel de titel 'Snikken en Grimlachjes' (1867)hebben meegegeven?
timer
2:00

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Nog een paar (stijl)kenmerken...
  • onverwachte combinaties​ en stijlbreuken
  • absurde situaties​
  • woordspelingen​
  • pathetische uitroepen​
  • parodieën op ernstig bedoelde poëzie​
  • enerzijds zwaarmoedig, anderzijds dit gevoel belachelijk maken 
  • trieste gevoelens tot in het lachwekkende overdrijven (romantische emoties afwisselen met nuchtere realiteit)








Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

De opbouw
  • Levensschets van F.H.
  • De bleeke jongeling: een losstaand gedicht (in de Reader, blz. 48-49)
  • Immortellen 1850-1852: dertien korte gedichten, waarbij de nummering suggereert dat het een greep is uit een veel grotere collectie.
  • Tijgerlelies 1851-1853: vier gedichten over meisjes: Betsy, Rika, Jacoba en Hedwig
  • Romancen: zes verhalende gedichten
  • Aanhangsel

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

LXXII
Wij zaten met ons vieren

In den tuin van de sociëteit.
‘Kijk, jongens!’ riep Sand, ‘wat passeert daar
Een eeuwig knappe meid.’
‘Ja,’ zei Kaai, ‘dat 's een pracht van een meisje,
Zoo zijn er geen twaalf in 't land!’
‘Ik hoor,’ zuchtte Haas, ‘ze is in stilte
Geëngageerd met een luitenant.’
 









Slide 13 - Slide

This item has no instructions


‘Wat mankeert je, Paal?’ riep Sand weer,
‘Je wordt zoo bleek als de dood!
Neem wat dubbelgebeide!’ - ‘Neen, Dundas!’
Schreeuwde Haas, ‘breng gauw een glas rood!’
Wel dronk ik, om Haas te pleizieren,
Het rood uit, - ook smaakte 't wel goed, -
Maar op geen van mijn beide wangen
Herriep het den rozengloed.



Slide 14 - Slide

This item has no instructions



Sinds ik weet, dat een luitenant in stilte
Mag bluffen op haar bezit,
Zien mijn vroeggeknakte wangen
Onherroepelijk marmerwit.









Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Drie studentjes

Daar waren eens zeven kikkertjes
Al in een groene sloot,
Toen kwam er een boer op klompen aan -
En die trapte ze allemaal dood.
Daar waren eens drie studentjes,
Drie vrienden in lust en in nood;
Ze sprongen zoo moedig de wereld in,
En de wereld - trapte ze dood.









Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Kennis testen!
Kennis testen!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wanneer was de Romantiek?
A
1650 - 1710
B
1680 - 1760
C
1780 - 1860
D
1790 - 1850

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Het romantische verlangen naar een onbereikbaar geluk.
A
Weltzschmerz
B
Sehnsucht

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Welke term hoort niet tot de Romantiek?
A
Originaliteit
B
Nationalisme
C
Didactisch
D
Escapisme

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Weltschmerz is
A
Suïcidaal zijn.
B
Verbolgen zijn over de liefde.
C
Hunkering naar een ideale samenleving.
D
Verdriet over een onvolmaakte wereld.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Een ander woord voor vluchten is
A
sciencefiction
B
industrialisering
C
escapisme
D
detectives

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort erbij het sublieme?
A
Lijden & dromen
B
Irrationele angsten & doemdenken
C
Lust & genot
D
Afgrijselijk gruwelen

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Waar en wat studeerde Francois HaverSchmidt?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Als wat zag HaverSchmidt de dood?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Welk thema behandelt Piet Paaltjens?
A
Liefde- en doodverlangens
B
Horror
C
Ongerepte natuur
D
Nationalisme

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions