Samengesteld: meerdere persoonsvormen
Morgen ga ik met de fiets naar school, terwijl mijn broertje wordt gebracht.
Een samengestelde zin bestaat uit een Hoofdzin + Hoofdzin, Hoofdzin+ bijzin.
Je kunt een hoofdzin herkennen aan het feit dat de persoonsvorm en het onderwerp altijd naast elkaar staan en er niks tussen past. Een bijzin herken je aan het feit dat de persoonsvorm vaak achteraan in de zin staat.