Etnische Patronen in Kunsteducatie

Etnische Patronen in Kunsteducatie
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Etnische Patronen in Kunsteducatie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je een basispatroon kiezen en een eenvoudige schets maken. Aan het einde van de les kun je verschillende inkleuringstechnieken oefenen en toepassen. Aan het einde van de les kun je je eigen kunstwerk creëren met een etnisch patroon als basis. Aan het einde van de les kun je je werk presenteren en je keuzes toelichten.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over etnische patronen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Etnische Patronen
Ontwerpen uit diverse culturen. Kenmerkend kleurgebruik en structuren.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Kleurgebruik
Aardetinten zoals bruin, beige, oker en terracotta. Felle kleuren en contrasten.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Structuur en Vormgeving
Geometrische vormen en motieven. Herhaling voor ritme en diepte.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Inspiratiebronnen
Afrikaanse, Aboriginal, Azteekse en Maya-patronen. Complexe geometrische structuren.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan voor het Kunstproject
Kies een basispatroon. Oefen inkleuringstechnieken. Creëer je eigen kunstwerk.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Presentatie en Reflectie
Presenteer je werk. Bespreek je keuzes. Reflecteer op hoe het je cultuur weerspiegelt.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Definitielijst
Etnische patronen: Ontwerpen afkomstig uit diverse culturen met kenmerkende kleurgebruik en structuren. Aardetinten: Kleuren zoals bruin, beige, oker en terracotta. Geometrische vormen: Vormen zoals driehoeken, cirkels en vierkanten die vaak in patronen worden gebruikt. Azteekse en Maya-patronen: Patronen met complexe

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.