Democratieles

politiek en democratie

1 / 21
next
Slide 1: Slide
BurgerschapskundeBasisschoolGroep 6

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

politiek en democratie

Slide 1 - Slide

Doel van de les
  • Ik kan beschrijven wat een democratie is
  • Ik kan mijn mening in een kleine groep delen

Slide 2 - Slide

Wat is democratie denk jij?
A
De koning beslist alles in het land.
B
Het volk mag beslissen.
C
Iedereen onder de 18 jaar mag stemmen.
D
Stemmen doe je in een stemhokje.

Slide 3 - Quiz

Let goed op in het volgende filmpje! Er komen daarna vragen over. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Is Nederland een democratisch land?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

Wat betekent democratisch eigenlijk?
A
Dat je niet dezelfde rechten hebt maar je mag wel je eigen mening hebben.
B
Dat iedereen moet doen wat de regering zegt.
C
Dat je allemaal dezelfde rechten en plichten hebt en je eigen mening mag hebben.
D
Dat de koning de baas is.

Slide 7 - Quiz

Moet iedereen vertellen waar hij of zij op gestemd heeft?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Mag je iemand bewust kwetsen of uitschelden?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

Mag een journalist al het nieuws schrijven dat hij of zij wil? Ook als het niet leuk is voor de minister?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

Als de minister te hard heeft gereden krijgt hij dan dezelfde boete als een schoonmaakster?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Welke wet is de belangrijkste in een democratie? De .....

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Video

Vragenronde ben je voor of tegen.
Ga staan als je het met de stelling eens bent en blijf zitten als je het er niet mee eens bent.

Slide 14 - Slide

Kinderen moeten meer buitenspelen

Slide 15 - Slide

Kinderen moeten zelf kunnen kiezen welke lessen ze willen krijgen

Slide 16 - Slide

De koning moet mee kunnen beslissen in de 2e kamer

Slide 17 - Slide

De volgende stellingen moet je overleggen met je tafelgroepje
  • Op de volgende dia zien jullie 3 stellingen
  • Je kiest, voor jezelf, 1 stelling uit. Deze schrijf je op een blaadje. 
  •  Als iedereen zijn stelling heeft opgeschreven, zonder uitleg, gaan jullie kijken welke stelling het meeste voorkomt. Deze wordt de stelling. 
  • Je krijgt 2 minuten de tijd om kort voor jezelf op te schrijven waarom je voor/tegen bent.
  • Daarna heb je 5 minuten om, democratisch, met jouw groepje tot 1 onderbouwing te komen

Slide 18 - Slide

Stellingen

  • Kinderen mogen ook stemmen
  • Schooldagen moeten korter worden
  • Nederland moet uit de EU (Europese Unie) 

Slide 19 - Slide

Evaluatie
Hoe voelde het dat je jouw mening wel kon geven, maar dat je een andere mening moest vertegenwoordigen/ondersteunen?
Want democratie betekent dat jullie er samen uit moeten komen, ook al sta je er zelf niet helemaal achter.

Slide 20 - Slide

In een democratie
  • Hebben de burgers rechten en plichten
  • Maar ook de overheid heeft rechten en plichten
  •  Er zijn vrije verkiezingen
  • Er is een grondwet en er zijn grondrechten

Slide 21 - Slide