Week 3: Spelling blok 3 KGT

Nederlands
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands

Slide 1 - Slide

Planning week 3

Spelling: 3.6 / 3.7 / 3.8 / 3.9  KGT

Nieuwsbegrip tekst + opdrachten

Stillezen 


Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van deze week:

weet je hoe je werkwoorden in verschillende vormen spelt;
weet je wanneer je hoofdletters en wanneer je kleine letters moet schrijven.

Slide 3 - Slide

Les 1 

lezen 

Slide 4 - Slide

Les 2 

Spelling instructie blok 3 - KGT 

3.6 & 3.7 


Slide 5 - Slide

Persoonsvorm
Kun je vinden door:
1. Vraagzin
2. Tijdproef
3. Getalproef


Slide 6 - Slide

Werkwoordsvormen
persoonsvorm
Een persoonsvorm is een werkwoord dat van tijd verandert als je de hele zin in een andere tijd zet.

voltooid deelwoord: 
begint met ge-, be-, ver-, ont- of her- 

hele werkwoord
De hele werkwoorden staan in de tegenwoordige tijd in het meervoud. Eindigen op -en

Slide 7 - Slide

Vorig jaar
(zijn) in Australië door de aanhoudende hitte een groot stuk bos
(afbranden).

Slide 8 - Open question

Je (beledigen) mij al de hele dag met je vervelende opmerkingen.

Slide 9 - Open question

De chauffeur
(vervoeren) de vrolijke reizigers vorig jaar in ongeveer 24 uur naar Spanje.

Slide 10 - Open question

Omdat het alarm afging,
(begeleiden) de gids ons naar de uitgang van het museum.

Slide 11 - Open question

De prullenbak
(verspreiden) echt een ondraaglijke lucht en moet nodig geleegd worden.

Slide 12 - Open question

Het
(verbazen) de timmerman hoe moeilijk de zaag door het hardhout gaat.


Het
(verbazen) de timmerman hoe moeilijk de zaag door het hardhout gaat.

Slide 13 - Open question

Huiswerk


Kader
Spelling blok 3 - KGT 
3.6 opdracht; 1.1-6 & 1.7-12
3.7 opdracht; theorie, 2a, 2b & 2c


Basis
2VMBO BK 
Bijspijkeren
Spelling
1.6, 3.7, 1,8 & 4.9

Slide 14 - Slide

Les 3 

Spelling instructie blok 3 - KGT 

3.8 & 3.9
Dictee


Slide 15 - Slide

Voltooid deelwoord als bijvoeglijknaamwoord
Je schrijft het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord altijd zo kort mogelijk.
Je moet er wel voor zorgen dat de klank hetzelfde blijft.


Als je woorden met een korte klank aan het einde van de klankgroep langer maakt, dan komt er een medeklinker bij. Dit geldt ook voor het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Mijn oma heeft de planten verpot – de verpotte planten.
De afspraak is verzet – de verzette afspraak.

Slide 16 - Slide

Voltooid deelwoord als bijvoeglijknaamwoord
Bij woorden met een lange klank aan het einde van een klankgroep, haal je een klinker weg als je ze schrijft. 

Dit geldt ook voor het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Je schrijft het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord altijd zo kort mogelijk.
Je moet er wel voor zorgen dat de klank hetzelfde blijft.

De plantjes in de schaduw zijn vergaan – de vergane plantjes.
Al het spaargeld is besteed – het bestede spaargeld.




Slide 17 - Slide

Opdracht in tweetallen
Maak twee rijtjes in je schrift. Vul samen de juiste antwoorden in.

Slide 18 - Slide

Hoofdletters & kleine letters





van bevolkingsgroepen
Romeinen, Duitsers

- van goede doelen, bedrijven en instellingen
Rode Kruis, Rabobank, Artis
- van merken en titels
Gazelle, Calvé, Achter de draad

- van feestdagen en heilige personen/zaken
Valentijnsdag, Nieuwjaar, Boeddha, de Bijbel


Je gebruikt hoofdletters:
aan het begin van een zin
Ik maak elke dag mijn huiswerk direct als ik thuiskom.
Maar: ’s Avonds ben ik moe.
 ’t Is echt heel regenachtig.

En: 25% van de klas heeft een onvoldoende. 
1.450 euro is opgehaald voor het goede doel.

bij namen- van personen
Murat, meneer Van Dam, mevrouw Van Dam-de Haas

- van rivieren, streken en plaatsen
IJssel, Zuid-Holland, Den Bosch - 

Slide 19 - Slide

Huiswerk




Kader
2VMBO KGT 
Blok 3 Spelling
3.8 opdracht: theorie & 3.1-6
3.9 opdracht: theorie & 5
Dictee


Basis
2VMBO BK 
Opstromen
Spelling
1.6, 3.7, 1,8 & 4.9

Slide 20 - Slide

Neem over en plaats hoofdletters
wij gaan in september naar zuid-duitsland om daar het zwarte woud te verkennen.

Slide 21 - Open question

Les 4
Samen lezen

Slide 22 - Slide

Les 5


Nieuwsbegrip:
- tekst lezen
- sleutelvragen beantwoorden 


Slide 23 - Slide

Les 6
Nieuwsbegrip Online

Andere tekstsoort: 7 goed
Woordenschat 17 goed 


Slide 24 - Slide

Evaluatie


Aan het einde van deze week:

weet je hoe je werkwoorden in verschillende vormen spelt;
weet je wanneer je hoofdletters en wanneer je kleine letters moet schrijven.

Slide 25 - Slide