Les 4 Aanschaf van materialen en kascontrole

Les 4 Aanschaf van materialen en kascontrole
1 / 25
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 4 Aanschaf van materialen en kascontrole

Slide 1 - Slide

Planning
Week 1: Introductie administratie en kascontrole
Week 2: Basis administratie
Week 3: Administratie en Procedures
Week 4: Aanschaffen Materialen en Kascontrole
Week 5: Schuldsanering en Incassoprocedure
Week 6: Bespreken lesopdrachten en inleveren in cumluade

Slide 2 - Slide

Aanschaffen van materialen

Hoe administreer je dat?
De categorie Inkoop gebruik je voor de aanschaf van materialen / grondstoffen / goederen die je gebruikt om je product te maken of je dienst te kunnen leveren.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

BTW
Met het aanschaffen van materialen, diensten, producten en goederen heb je te maken met BTW

Slide 5 - Slide

Wat is btw?
A
belasting toenemende waarde
B
belasting toegevoegde waarde
C
belasting toegevoegde winkel
D
belasting tegen waarde

Slide 6 - Quiz

BTW
Omzetbelasting of btw (belasting over de toegevoegde waarde)
is een indirecte belasting die een overheid heft op de verkoop van producten of diensten.
De belasting wordt geheven op de verkoopprijs van een product in elke stap van het productie- of distributieproces (bronbelasting).
Toegevoegde waarde = het verschil tussen de marktwaarde van productie en de daarvoor ingekochte grondstoffen.

Slide 7 - Slide

Nederland kent nu 3 tarieven.

0% ( bijvoorbeeld postzegels)
9% (medicijnen, voedingsmiddelen, bloemen)
21% (de rest)

Slide 8 - Slide

Dierenartspraktijk
Medicijnen 9 %
Verrichtingen 21 %
Voeding en voedingssupplementen 21%
Medicijnen die onderdeel zijn van een behandeling, geen 9% maar 21%



Slide 9 - Slide

Als je in de winkel een blikje cola koopt betaal je btw. De btw zit in de winkelprijs.
Btw is een
A
directe belasting
B
indirecte belasting
C
meestal een directe belasting
D
meestal een indirecte belasting

Slide 10 - Quiz

9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%

Slide 11 - Quiz

9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%

Slide 12 - Quiz

9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%

Slide 13 - Quiz

9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%

Slide 14 - Quiz

BTW afdracht.
Inkoop praktijk -> praktijk betaald BTW
Verkoop praktijk -> cliënt betaald BTW
Praktijk draagt BTW af.
= ontvangen BTW – de betaalde BTW
Praktijk draagt maandelijks of per kwartaal af, afhankelijk van de grootte van de praktijk.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Kas controle
Over de periode: …
Contante inkomsten bepalen
Contante uitgaven bepalen
Saldo berekenen
Kas tellen.

Slide 17 - Slide

De kastelling en het afsluiten van de dag opname van de pin 
leg je vast in een “kasboek”.

Dit kan een papierenversie zijn
Maar tegenwoordig gaat dit in een digitaal Boekhoudprogramma, zoals Animana of VAP

Slide 18 - Slide

Wanneer voeren we een kascontrole uit?
A
begin van de dag
B
na dat de eerste klant geweest is
C
na de middag pauze
D
aan het einde van de dag

Slide 19 - Quiz

Geld tellen
- Zorg dat de voordeur/achterdeur op slot zit!!, 
zeker als je alleen bent.
-Als het mogelijk is ga in een aparte kamer zitten
- Leg het geld nooit open en bloot op de balie.
- Neem ook je pintransacties mee in je dagoverzicht

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Animana heeft hele fijne documenten voor het juist uitvoeren van een kastelling de volgende pagina`s gaan hierover.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Slide 24 - Link

Opdrachten les 3 – aanschaf materialen en kascontrole

1. Hoe houd je een kasboek bij van klein materiaal dat betaald wordt uit de kas.
2. Hoe voer je de kascontrole uit aan het einde van een werkdag?
3. Hoe leg je de gegevens vast van de kascontrole?
4. Welke info heb je nodig voor een goede kascontrole?





Slide 25 - Slide