§3.2 - Reactievergelijkingen

§3.2 Reactievergelijkingen
Je leert:
• een chemische reactie weergeven in een reactieschema
• de 4 toestandsaanduidingen gebruiken in een reactievergelijking
• een reactievergelijking kloppend maken
• reactievergelijkingen opstellen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§3.2 Reactievergelijkingen
Je leert:
• een chemische reactie weergeven in een reactieschema
• de 4 toestandsaanduidingen gebruiken in een reactievergelijking
• een reactievergelijking kloppend maken
• reactievergelijkingen opstellen

Slide 1 - Slide

Reactieschema
Als we het hebben over "het verbranden van methaan met zuurstof waarbij koolstofdioxide en water ontstaan" dan kunnen we dat in een reactieschema zetten:
methaan      +          zuurstof       ->      koolstofdioxide    +     water
In een reactieschema staan dus alle beginstoffen voor de reactiepijl en alle reactieproducten na de pijl.
De stoffen worden in woorden opgeschreven.

Slide 2 - Slide

Reactieschema
In een reactieschema staan ook de fases van de stoffen:
vaste stof                                 krijgt als symbool              (s)
vloeistof                                    krijgt als symbool              (l)
gas                                               krijgt als symbool              (g)
opgeloste stof in water  krijgt als symbool               (aq)
Dus met faseaanduidingen wordt het reactieschema dan:
methaan (g)   +   zuurstof (g)   ->   koolstofdioxide (g) +  water (g)

Slide 3 - Slide

Reactievergelijking
Maar in scheikunde gebruiken we niet het reactieschema:
methaan      +          zuurstof       ->      koolstofdioxide    +     water

Maar de stoffen worden geschreven in molecuulformules en dan noemen we het een reactievergelijking.
De reactievergelijking van de reactie wordt dan:
     CH4 (g)   +      O2 (g)     ->     CO2 (g)     +     H2O (g)

Slide 4 - Slide

Reactievergelijking kloppend maken
Maar dan zijn we nog niet helemaal klaar met de reactievergelijking.
In §3.1 heb je geleerd over de WET van BEHOUD van MASSA
Dit betekent dat er vóór de pijl en na de pijl van elke atoomsoort hetzelfde aantal moet zijn:
     CH4 (g)   +      O2 (g)     ->     CO2 (g)     +     H2O (g)
(zie vervolg volgende slide)

Slide 5 - Slide

Reactievergelijking kloppend maken
Dit betekent dat er vóór de pijl en na de pijl van elke atoomsoort hetzelfde aantal moet zijn:
     CH4 (g)   +      O2 (g)     ->     CO2 (g)     +     H2O (g)
En nu is dat nog niet het geval:
Voor de pijl staat nu in totaal: 1x C , 4x H en 2x O
Na de pijl staat nu in totaal: 1x C , 2x H en 3x O
Je moet dit nog "kloppend maken"

Slide 6 - Slide

Reactievergelijking kloppend maken
In de vorige slide zag je dat de atomen niet in dezelfde aantallen vóór en na de pijl aanwezig zijn. Je moet nog puzzelen om dit "kloppend te maken". Dus aantal moleculen veranderen zodat alles klopt.
                   CH4         +       2 O2       ->                                   CO2           +            2 H2O
C-atoom:  1                                                       C-atoom:      1
H-atoom:  4*1 = 4                                          H-atoom:                                      2*2        = 4
O-atoom:                         2*2 = 4                   O-atoom:     2                +            2*1         = 4                                  

Slide 7 - Slide

Tips voor het kloppend maken
1) Voordat je begint schrijf je de atoomsoorten die voorkomen in de reactievergelijking onder elkaar en tel je de aantallen die je nu al hebt.
2) Begin met een atoomsoort die maar in 1 stof vóór de pijl en in 1 stof na de pijl voorkomt en maak deze gelijk.
3) Als er een stof is met maar 1 atoomsoort in de stof, dan maak je die als laatste kloppend (bijv O2 in het vorige voorbeeld)
4) Controleer op het einde ALTIJD of alles klopt.

Slide 8 - Slide

Oefenen met kloppend maken
Je gaat aan de slag met de Phet-app:
Reactievergelijkingen doen kloppen
Je gaat eerst met de INLEIDING aan de slag om te oefenen.
Om het in het begin makkelijker te maken kan je gebruik maken van hulpmiddelen.
Maak de 3 voorbeelden nu kloppend.

Slide 9 - Slide

Oefenen kloppend maken
Als je de 3 voorbeelden kloppend hebt gemaakt, dan ga je naar het SPEL van deze app.
Voltooi de 3 niveau's en maak een
screenshot van je resultaat. De foto van 
het resultaat lever je in via de opdracht die 
in Peppels klaar staat.
4 sterren in elke module levert je een bonus deel voor de toets.

Slide 10 - Slide

Oefenen kloppend maken
Als je nog meer wil oefenen met kloppend maken, kan je extra werkbladen aan je docent vragen.

Het kloppend maken van reactievergelijkingen is BELANGRIJK voor de toets en het je dus goed beheersen.

Slide 11 - Slide