M3, 5.2 Poëzie en 5.3 Lezen

Taak voor deze week:
Taken: 
5.2 opdracht 1, 2 en 3
5.3 1 t/m 10 + Test jezelf 5.3
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Taak voor deze week:
Taken: 
5.2 opdracht 1, 2 en 3
5.3 1 t/m 10 + Test jezelf 5.3

Slide 1 - Slide

Doel van deze week:
- Je weet wat een sonnet is
- Je kunt een sonnet herkennen


Slide 2 - Slide

Boven een artikel staat altijd een aanhef: Geachte meneer, mevrouw,
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Onder je artikel zet je ALLEEN je naam
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Het artikel bestaat uit een inleiding - kern - slot
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Informatie die niet in de situatieschets staat, moet je zelf bedenken.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

"het papier is geduldig" is een voorbeeld van een...
A
Enjambement
B
Haiku
C
Elfje
D
Personificatie

Slide 7 - Quiz

Winter
Alles wit
Sloten met ijs
Lekker glijden op schaatsen
wak
A
Elfje
B
Haiku
C
Limerick
D
Ollekebolleke

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Hoeveel regels heeft een sonnet?
A
12
B
6
C
14
D
15

Slide 12 - Quiz

De eerste 2 strofes van een sonnet bestaan uit ... regels
A
4
B
3
C
5
D
2

Slide 13 - Quiz

In een sonnet volgt na regel 8 meestal ...
A
een haiku
B
een wending
C
een volta
D
een strofe

Slide 14 - Quiz

Sonnet
Definitie van sonnet. Een sonnet is een rijmend gedicht van 14 regels. In een sonnet zit meestal een wending. Deze wending zit vaak net over de helft of tegen het einde van het sonnet.

Slide 15 - Slide

Ollekebolleke
- 2 strofes, 4 regels
- Regel 4 en 8 rijmen
- Regel 6 is één woord van 6 lettergrepen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

1

2

3

Lees het tekstgedeelte goed door
Onderstreep de signaalwoorden
Bepaal wat de kernzin is en wat de bijzaken zijn.

Slide 18 - Drag question

Samenvattingsvragen zijn meestal ...
A
Meerkeuzevragen
B
Open vragen
C
Volgordevragen
D
Ja/Nee-vragen

Slide 19 - Quiz

Wat is de kernzin van deze alinea?

Slide 20 - Slide

Wat is de kernzin?
A
Medische sensoren ... een patiënt.
B
Voor steeds ... kunnen worden.
C
Probleem met ... batterijtje leegloopt.
D
Er is geen kernzin.

Slide 21 - Quiz

Welke zin uit de inleiding geeft antwoord op de vraag "Wat is een medische sensor?"
A
Medische sensoren ... een patiënt.
B
Voor steeds ... kunnen worden.
C
Probleem met ... batterijtje leegloopt.

Slide 22 - Quiz

Welk probleem van de medische sensor wordt in de inleiding genoemd?

Slide 23 - Slide

Welk probleem van de medische sensor wordt in de inleiding genoemd?

Slide 24 - Open question

Gedicht 5.2 en Lezen 5.3
Taken: 
5.2 opdracht 1, 2 en 3
5.3 1 t/m 10 + Test jezelf 5.3

Slide 25 - Slide