A1 les 18

les 18
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NT2MBOVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 5Studiejaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

les 18

Slide 1 - Slide

Lesplan
1.  check in
2. Kunst Banksy
3. Nieuwsbericht
4. rollenspel boodschappen doen
5. Nieuwe woorden 
6. Spreekoefening Wat zou je doen als? 
7. Grammatica lidwoordenwiel

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Rollenspel – In de supermarkt
Je bent een klant in de supermarkt. De docent  is de kassamedewerker.

Je koopt 3 dingen: een brood, melk en appels. Je vraagt waar iets ligt en je betaalt bij de kassa.


Slide 7 - Slide

Rollenspel – In de supermarkt
👩‍💼 Docent: Goedemiddag! Kan ik u helpen?
🧒 Student: ........................................................                                  
👩‍💼 Docent: Het brood ligt bij gangpad 3.
🧒 Student: ........................................................
👩‍💼 Docent: Wilt u verder nog iets?
🧒 Student: ........................................................
👩‍💼 Docent: Dat is vijf euro, alstublieft.
🧒 Student: ........................................................
👩‍💼 Docent: Dank u wel. Fijne dag nog!
🧒 Student: ........................................................


Wat koop jij vaak in de supermarkt?

Slide 8 - Slide

woorden
Belangrijk – iets wat veel betekent
Verhuizen – in een ander huis gaan wonen
Winkelen – spullen kopen in een winkel
Bezoek – bij iemand op bezoek gaan
Keuken – de plek waar je kookt
Zwemmen – bewegen in water
Beginnen – ergens mee starten
Makkelijk – niet moeilijk
Oplossing – iets dat een probleem weghaalt
Verantwoordelijkheid – iets waarvoor jij moet zorgen of wat jij moet doen

Slide 9 - Slide

Vul in en zet in verleden tijd
1. Mijn opa krijgt vandaag __________ van zijn kleinkinderen.
2. We gaan dit weekend __________ in de stad. Ik wil nieuwe schoenen kopen.
3. Anna moet volgende maand __________ naar een ander huis.
4. Ik vind het __________ om gezond te eten.
5. In de __________ maak ik eten voor mijn familie.


Slide 10 - Slide

Wat zou jij doen als...
…je je telefoon verliest in de bus?
…je een dag de baas bent van je school of werk?
…je opeens een miljoen euro wint?
…je in een land woont waar je niemand kent?
…je een dier kon zijn voor één dag?


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Wat heb je geleerd?
- Wat vond je van de les?
- Wat wil je volgende week leren?

Slide 13 - Slide