2.1 Ongeslachtelijke voortplanting

1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Thema 2 Voortplanting
2.1 Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen op welke manieren er door ongeslachtelijke voortplanting nakomelingen ontstaan die genetisch identiek zijn aan de ouder.
  • Je kunt het verloop van de celcyclus beschrijven en de verschillende fasen benoemen.

Slide 3 - Slide

Celdeling
Het voortplanten (reproduceren) van cellen: uit één moedercel ontstaan twee identieke dochtercellen (genetisch hetzelfde)
  • Voortplanting
  • Groei
  • Herstel/vervangen oude of beschadigde cellen

Slide 4 - Slide

Ongeslachtelijke voortplanting
Celdeling waarbij nakomelingen (klonen) ontstaan die genetisch identiek zijn aan de ouder -> bacteriën, schimmels, planten en sommige dieren

  • Op natuurlijke wijze
  • Op kunstmatige wijze

Slide 5 - Slide

Natuurlijke ongeslachtelijke voortplanting

Slide 6 - Slide

Kunstmatige ongeslachtelijke voortplanting

Slide 7 - Slide

Natuurlijke ongeslachtelijke voortplanting
Kunstmatige ongeslachtelijke voortplanting

Slide 8 - Slide

Wanneer kan kunstmatige klonering gunstig zijn? En wanneer kan dit juist een gevaar opleveren?

Slide 9 - Open question

CELLEN ZIJN DE BOUWSTENEN VAN EEN ORGANISME
Cel: kleinste bouwsteen van het lichaam
Weefsel: groep cellen met dezelfde vorm en functie
Orgaan: onderdeel lichaam met specifieke functie
Orgaanstelsel: samenwerkende organen aan één taak
Organisme: een levend wezen (plant, dier, schimmel, bacterie)

Slide 10 - Slide

Hoe weet een bevruchte eicel dat die een mens moet worden???
-> Hoe ziet een cel eruit?
-> Welk onderdeel van de cel bepaalt dit?

Slide 11 - Slide

Bouwbeschrijving

Dierlijke cel: celmembraan, cytoplasma, celkern.

Celkern: chromosomen, bestaan uit de stof DNA (bevat de informatie voor al je erfelijke eigenschappen)



Slide 12 - Slide

Een DNA draad heeft een dikte van 1,9 nanometer (0,0000019 mm). De mens heeft 3.200.000.000 verschillende DNA letters. Per cel bevat het DNA van de mens ongeveer 2 meter DNA en ons lichaam 74 miljoen km DNA, dat is meer dan 240x heen en terug naar de zon.

Slide 13 - Slide


  • Genotype: erfelijke informatie van een organisme

  • Gen: een stukje DNA met de informatie voor één specifieke eigenschap

Slide 14 - Slide

Chromosomenkaart
  • 46 chromosomen
  • 23 paren, dus van ieder chromosoom krijg jij 1 van moeder en de ander van vader


Nummer 23 = geslachtschromosomen
  • Grote chromosoom X
  • Kleine chromosoom Y
  • XX = meisje
  • XY = Jongen

Slide 15 - Slide

Hoe zitten eigenschappen op chromosomen?
  • Chromosoom
  • DNA
  • Miljoenen treden met letters (code)
  • Gen: informatie voor 1 erfelijke eigenschap (bestaat uit aantal treden)

Iedere cel heeft een celkern, iedere celkern heeft alle chromosomen. IEDERE CEL HEEFT DUS JOUW HELE BOUWBESCHRIJVING, maar niet elk gen staat in elke cel aan.

Slide 16 - Slide

Alle lichaamscellen hebben 46 chromosomen...

Geslachtscellen (eicel en zaadcel) hebben de helft = 23 chromosomen.

Slide 17 - Slide

Meiose: geslachtscellen maken

Mitose: alle andere lichaamscellen maken

Slide 18 - Slide

Verschil 1: bij de mitose wordt het DNA eerst verdubbeld

Verschil 2: bij de meiose ontstaan 4 geslachtscellen en bij de mitose ontstaan er 2 dochtercellen

Slide 19 - Slide

Stap 3 (mens)
Meiose: 23 paar chromosomen op een rij

Mitose: 46 verdubbelde chromosomen op een rij

Slide 20 - Slide


Mitose gedetailleerd...

Slide 21 - Slide

Celcyclus
De erfelijke eigenschappen van een organisme liggen vast in het DNA.
Karyogram: binas tabel 70B

Iedere dochtercel moet het DNA 'krijgen' van de moedercel -> hiervoor wordt het DNA in de chromosomen eerst verdubbeld
Binas tabel 70A

Slide 22 - Slide

Celcyclus
  1. Mitose: celkern deling en celdeling
  2. Interfase: periode tussen twee celdelingen
  • G1-fase: stofwisseling en celgroei
  • S-fase: DNA-replicatie/synthese = kopiëren DNA molecuul
  • G2-fase: stofwisseling en celgroei, synthese van membranen en andere organellen

  • G0-fase: cel is in rust er treden geen delingen op

Slide 23 - Slide

Celcyclus
Controlepunten
  • G1-fase: gunstige omgeving?
  • G2-fase: DNA goed verdubbeld en nog steeds gunstige omgeving?
  • M-fase: alle chromosomen bevestigd aan kernspoel?


Binas tabel 76A


Slide 24 - Slide

Belangrijke termen: chromatide en centromeer

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Celdeling bij planten, dieren en schimmels

Slide 27 - Slide

De mitose ...
... bestaat zelf ook uit een aantal 'fasen'

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Belangrijke begrippen: centrosoom (spoellichaampje), centriolen, trekdraden, spoelfiguur/kernspoel

Slide 30 - Slide

Nog een keer ... nu met de Binas erbij (76B1)
  • Interfase: verdubbeling van chromosomen wordt afgemaakt
  • Profase: centrosoom verdubbelt + gespiraliseerde chromosomen worden zichtbaar
  • (Prometafase: kernmembraan verdwijnt en centrosomen verplaatsen + trekdraden vormen = spoelfiguur)
  • Metafase: chromosomen rangschikken in midden + trekdraden binden aan centromeren
  • Anafase: trekdraden worden korter en chromatiden worden uit elkaar getrokken
  • Telofase en cytokinese: nieuwe kernmembranen vormen
  • Inferfase: insnoering en je hebt twee cellen

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Link

Leerdoelen behaald???
  • Je kunt uitleggen op welke manieren er door ongeslachtelijke voortplanting nakomelingen ontstaan die genetisch identiek zijn aan de ouder.
  • Je kunt het verloop van de celcyclus beschrijven en de verschillende fasen benoemen.

Slide 33 - Slide

Het huiswerk
Bestudeer blz. 104 t/m 112.
Onvoldoende: maken en nakijken opdr. 1 t/m 17.

Voldoende: maken en nakijken opdr. 7 t/m 17.

Slide 34 - Slide